SV | Uthai, de zoon van Ammihud, den zoon van Omri, den zoon van Imri, den zoon van Bani, van de kinderen van Perez, den zoon van Juda. |
WLC | עוּתַ֨י בֶּן־עַמִּיה֤וּד בֶּן־עָמְרִי֙ בֶּן־אִמְרִ֣י בֶן־ [בָּנִימִן־ כ] (בָּנִ֔י ק) (מִן־בְּנֵי־פֶ֖רֶץ ק) בֶּן־יְהוּדָֽה׃ |
Trans. | ‘ûṯay ben-‘ammîhûḏ ben-‘āmərî ben-’imərî ḇen-bānîmin- bānî min- bənê-fereṣ ben-yəhûḏâ: |
Uthai, de zoon van Ammihud, den zoon van Omri, den zoon van Imri, den zoon van Bani, van de kinderen van Perez, den zoon van Juda.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Uthai, de zoon van Ammihud, den zoon van Omri, den zoon van Imri, den zoon van Bani, van de kinderen van Perez, den zoon van Juda.
____ ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!