1 Samuel 13:3

SVDoch Jonathan sloeg de bezetting der Filistijnen, die te Geba was, hetwelk de Filistijnen hoorden. Daarom blies Saul met de bazuin in het ganse land, zeggende: Laat het de Hebreen horen.
WLCוַיַּ֣ךְ יֹונָתָ֗ן אֵ֣ת נְצִ֤יב פְּלִשְׁתִּים֙ אֲשֶׁ֣ר בְּגֶ֔בַע וַֽיִּשְׁמְע֖וּ פְּלִשְׁתִּ֑ים וְשָׁאוּל֩ תָּקַ֨ע בַּשֹּׁופָ֤ר בְּכָל־הָאָ֙רֶץ֙ לֵאמֹ֔ר יִשְׁמְע֖וּ הָעִבְרִֽים׃
Trans.wayyaḵə ywōnāṯān ’ēṯ nəṣîḇ pəlišətîm ’ăšer bəḡeḇa‘ wayyišəmə‘û pəlišətîm wəšā’ûl tāqa‘ baššwōfār bəḵāl-hā’āreṣ lē’mōr yišəmə‘û hā‘iḇərîm:

Algemeen

Zie ook: Filistijnen, Geba, Hebreeër, Jonathan (zn. van Saul), Saul (koning), Sjofar, Bazuin

Aantekeningen

Doch Jonathan sloeg de bezetting der Filistijnen, die te Geba was, hetwelk de Filistijnen hoorden. Daarom blies Saul met de bazuin in het ganse land, zeggende: Laat het de Hebreeën horen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יַּ֣ךְ

sloeg

יוֹנָתָ֗ן

Doch Jónathan

אֵ֣ת

-

נְצִ֤יב

de bezetting

פְּלִשְׁתִּים֙

der Filistijnen

אֲשֶׁ֣ר

was, hetwelk

בְּ

-

גֶ֔בַע

die te Geba

וַֽ

-

יִּשְׁמְע֖וּ

hoorden

פְּלִשְׁתִּ֑ים

de Filistijnen

וְ

-

שָׁאוּל֩

Saul

תָּקַ֨ע

Daarom blies

בַּ

-

שּׁוֹפָ֤ר

met de bazuin

בְּ

-

כָל־

in het ganse

הָ

-

אָ֙רֶץ֙

land

לֵ

-

אמֹ֔ר

zeggende

יִשְׁמְע֖וּ

horen

הָ

-

עִבְרִֽים

Laat het de Hebreen


Doch Jonathan sloeg de bezetting der Filistijnen, die te Geba was, hetwelk de Filistijnen hoorden. Daarom blies Saul met de bazuin in het ganse land, zeggende: Laat het de Hebreen horen.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!