SV | David nu was de zoon van den Efrathischen man van Bethlehem-juda, wiens naam was Isai, en [die] acht zonen had, en in de dagen van Saul was hij een man, oud, afgaande onder de mannen. |
WLC | וְדָוִד֩ בֶּן־אִ֨ישׁ אֶפְרָתִ֜י הַזֶּ֗ה מִבֵּ֥ית לֶ֙חֶם֙ יְהוּדָ֔ה וּשְׁמֹ֣ו יִשַׁ֔י וְלֹ֖ו שְׁמֹנָ֣ה בָנִ֑ים וְהָאִישׁ֙ בִּימֵ֣י שָׁא֔וּל זָקֵ֖ן בָּ֥א בַאֲנָשִֽׁים׃ |
Trans. | wəḏāwiḏ ben-’îš ’efərāṯî hazzeh mibêṯ leḥem yəhûḏâ ûšəmwō yišay wəlwō šəmōnâ ḇānîm wəhā’îš bîmê šā’ûl zāqēn bā’ ḇa’ănāšîm: |
David nu was de zoon van den Efrathischen man van Bethlehem-juda, wiens naam was Isai, en [die] acht zonen had, en in de dagen van Saul was hij een man, oud, afgaande onder de mannen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
David nu was de zoon van den Efrathischen man van Bethlehem-juda, wiens naam was Isai, en [die] acht zonen had, en in de dagen van Saul was hij een man, oud, afgaande onder de mannen.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!