SV | Er was nu een man van Benjamin, wiens naam was Kis, een zoon van Abiel, den zoon van Zeror, den zoon van Bechorath, den zoon van Afiah, den zoon eens mans van Jemini, een dapper held. |
WLC | וַֽיְהִי־אִ֣ישׁ [מִבִּן־יָמִין כ] (מִבִּנְיָמִ֗ין ק) וּ֠שְׁמֹו קִ֣ישׁ בֶּן־אֲבִיאֵ֞ל בֶּן־צְרֹ֧ור בֶּן־בְּכֹורַ֛ת בֶּן־אֲפִ֖יחַ בֶּן־אִ֣ישׁ יְמִינִ֑י גִּבֹּ֖ור חָֽיִל׃ |
Trans. | wayəhî-’îš mibin- yāmîn mibinəyāmîn ûšəmwō qîš ben-’ăḇî’ēl ben-ṣərwōr ben-bəḵwōraṯ ben-’ăfîḥa ben-’îš yəmînî gibwōr ḥāyil: |
Er was nu een man van Benjamin, wiens naam was Kis, een zoon van Abiel, den zoon van Zeror, den zoon van Bechorath, den zoon van Afiah, den zoon eens mans van Jemini, een dapper held.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Er was nu een man van Benjamin, wiens naam was Kis, een zoon van Abiel, den zoon van Zeror, den zoon van Bechorath, den zoon van Afiah, den zoon eens mans van Jemini, een dapper held.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!