SV | Of leert u ook de natuur zelve niet, dat zo een man lang haar draagt, het hem een oneer is? |
Steph | η ουδε αυτη η φυσις διδασκει υμας οτι ανηρ μεν εαν κομα ατιμια αυτω εστιν |
Trans. | ē oude autē ē physis didaskei ymas oti anēr men ean koma atimia autō estin |
Of leert u ook de natuur zelve niet, dat zo een man lang haar draagt, het hem een oneer is?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Of leert u ook de natuur zelve niet, dat zo een man lang haar draagt, het hem een oneer is?
Paulus zegt niet hoe kort het haar moest zijn van de man, maar veeleer valt uit het verband op te maken dat het voor een man niet eervol was om zijn haar te dragen als een vrouw. Verder valt op dat in vers 15 wordt gesproken over de bedekking van het haar van de vrouw, als toevoeging op de eer. Nu zien we dat eerder in dit hoofdstuk Paulus ook hierover spreekt: “Iedere man die bidt of profeteert en [iets] op [zijn] hoofd heeft, onteert zijn hoofd. Iedere vrouw echter die bidt of profeteert met onbedekt hoofd, onteert haar eigen hoofd, want het is precies hetzelfde alsof zij kaalgeschoren is” (1 Cor. 11:4-5). Zou deze bedekking iets te maken hebben met een sluier? Nu wil het geval, zoals we op afbeeldingen zien dat Griekse vrouwen een band of doek om het haar deden als ze het opmaakten en je zou kunnen zeggen dat dit de bedekking is. Het is om die reden dat Lloyd Llewellyn-Jones stelt: ‘women in various ancient Greek societies were veiled daily and routinely, at least in public or in front of non-related men, as a consequence of a male ideology that required women to appear subservient in all walks of life’ (Lloyd Llewellyn-Jones, p. 14). Echter het was bij de Grieken de gewoonte dat bij hun cultussen de vrouwen deze doeken/sluiers afdeden, “The Greeks (both men and women) remained bareheaded in public prayer …” (A. T. Robertson, Word Pictures in the New Testament, Vol. 4, p. 159), “It is true that the Greek practice was to keep the head uncovered at their religious rites (as Grotius and Wetstein have remarked) … ” (W. J. Conybeare and J. S. Howson, The Life and Epistles of St. Paul, The S. S. Scranton Company, 1920, p. 445) en “The mysteries inscription of Andania (Ditt. Syll.3, 736), which gives an exact description of women taking part in the procession, makes no mention of the veil. Indeed, the cultic order of Lycosura seems to forbid it. Empresses and goddesses … are portrayed without veils …” (Kittel Theological Dictionary of the New Testament 1965, vol. 3 p. 562).
Blijkbaar was het de gewoonte dat de Corinthische vrouwen hun haar los lieten hangen als ze in extase kwamen en dat Paulus tegen deze heidense gewoonte in ging. Tijdens de dienst moest het er geordend aan toe gaan, inclusief de verzorging van het haar en als deze vrouwen dat blijkbaar te veel werk vonden dan maar kaalknippen (1 Cor. 11:6) wat minstens zo schandelijk was omdat alleen hoerige types dat in die tijd deden. Concluderend kunnen we dus over deze verzen zeggen, dat niet sprake is van de specifieke lengte van het haar, maar dat de haren van zowel de man als de vrouw er verzorgd uit moest zien. Dus de man moest niet zijn haar dragen als een vrouw en een vrouw niet haar haar als die van een man. En wel om de volgende reden dat het nl. tijdens de dienst er ordelijk aan toe ging en niet leek op de heidense cultussen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!