SV | Josafat nu vreesde, en stelde zijn aangezicht, om den HEERE te zoeken; en hij riep een vasten uit in gans Juda. |
WLC | וַיִּרָ֕א וַיִּתֵּ֧ן יְהֹושָׁפָ֛ט אֶת־פָּנָ֖יו לִדְרֹ֣ושׁ לַיהוָ֑ה וַיִּקְרָא־צֹ֖ום עַל־כָּל־יְהוּדָֽה׃ |
Trans. | wayyirā’ wayyitēn yəhwōšāfāṭ ’eṯ-pānāyw liḏərwōš laJHWH wayyiqərā’-ṣwōm ‘al-kāl-yəhûḏâ: |
Josafat nu vreesde, en stelde zijn aangezicht, om den HEERE te zoeken; en hij riep een vasten uit in gans Juda.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Josafat nu vreesde, en stelde zijn aangezicht, om den HEERE te zoeken; en hij riep een vasten uit in gans Juda.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!