SV | Daartoe werd hij ook afvallig tegen den koning Nebukadnezar, die hem beedigd had bij God; en verhardde zijn nek, en verstokte zijn hart, dat hij zich niet bekeerde tot den HEERE, den God Israels. |
WLC | וְ֠גַם בַּמֶּ֤לֶךְ נְבֽוּכַדְנֶאצַּר֙ מָרָ֔ד אֲשֶׁ֥ר הִשְׁבִּיעֹ֖ו בֵּֽאלֹהִ֑ים וַיֶּ֤קֶשׁ אֶת־עָרְפֹּו֙ וַיְאַמֵּ֣ץ אֶת־לְבָבֹ֔ו מִשּׁ֕וּב אֶל־יְהוָ֖ה אֱלֹהֵ֥י יִשְׂרָאֵֽל׃ |
Trans. | wəḡam bammeleḵə nəḇûḵaḏəne’ṣṣar mārāḏ ’ăšer hišəbî‘wō bē’lōhîm wayyeqeš ’eṯ-‘ārəpwō wayə’ammēṣ ’eṯ-ləḇāḇwō miššûḇ ’el-JHWH ’ĕlōhê yiśərā’ēl: |
Daartoe werd hij ook afvallig tegen den koning Nebukadnezar, die hem beëdigd had bij God; en verhardde zijn nek, en verstokte zijn hart, dat hij zich niet bekeerde tot den HEERE, den God Israëls.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Daartoe werd hij ook afvallig tegen den koning Nebukadnezar, die hem beedigd had bij God; en verhardde zijn nek, en verstokte zijn hart, dat hij zich niet bekeerde tot den HEERE, den God Israels.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!