SV | Doch de koning verschoonde Mefiboseth, den zoon van Jonathan, den zoon van Saul, om den eed des HEEREN, die tussen hen was, tussen David en tussen Jonathan, Sauls zoon. |
WLC | וַיַּחְמֹ֣ל הַמֶּ֔לֶךְ עַל־מְפִי־בֹ֖שֶׁת בֶּן־יְהֹונָתָ֣ן בֶּן־שָׁא֑וּל עַל־שְׁבֻעַ֤ת יְהוָה֙ אֲשֶׁ֣ר בֵּֽינֹתָ֔ם בֵּ֣ין דָּוִ֔ד וּבֵ֖ין יְהֹונָתָ֥ן בֶּן־שָׁאֽוּל׃ |
Trans. | wayyaḥəmōl hammeleḵə ‘al-məfî-ḇōšeṯ3 ben-yəhwōnāṯān ben-šā’ûl ‘al-šəḇu‘aṯ JHWH ’ăšer bênōṯām bên dāwiḏ ûḇên yəhwōnāṯān ben-šā’ûl: |
Doch de koning verschoonde Mefiboseth, den zoon van Jonathan, den zoon van Saul, om den eed des HEEREN, die tussen hen was, tussen David en tussen Jonathan, Sauls zoon.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Doch de koning verschoonde Mefiboseth, den zoon van Jonathan, den zoon van Saul, om den eed des HEEREN, die tussen hen was, tussen David en tussen Jonathan, Sauls zoon.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!