SV | Doch de HEERE verstoorde zich zeer om uwentwille over mij, en hoorde niet naar mij; maar de HEERE zeide tot mij: Het zij u genoeg; spreek niet meer tot Mij van deze zaak. |
WLC | וַיִּתְעַבֵּ֨ר יְהוָ֥ה בִּי֙ לְמַ֣עַנְכֶ֔ם וְלֹ֥א שָׁמַ֖ע אֵלָ֑י וַיֹּ֨אמֶר יְהוָ֤ה אֵלַי֙ רַב־לָ֔ךְ אַל־תֹּ֗וסֶף דַּבֵּ֥ר אֵלַ֛י עֹ֖וד בַּדָּבָ֥ר הַזֶּֽה׃ |
Trans. | wayyiṯə‘abēr JHWH bî ləma‘anəḵem wəlō’ šāma‘ ’ēlāy wayyō’mer JHWH ’ēlay raḇ-lāḵə ’al-twōsef dabēr ’ēlay ‘wōḏ badāḇār hazzeh: |
Doch de HEERE verstoorde zich zeer om uwentwille over mij, en hoorde niet naar mij; maar de HEERE zeide tot mij: Het zij u genoeg; spreek niet meer tot Mij van deze zaak.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Doch de HEERE verstoorde zich zeer om uwentwille over mij, en hoorde niet naar mij; maar de HEERE zeide tot mij: Het zij u genoeg; spreek niet meer tot Mij van deze zaak.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!