Galaten 2:6

SVEn van degenen, die geacht waren, wat te zijn, hoedanigen zij eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon des mensen niet aan; want die geacht waren, hebben mij niets toegebracht.
Steph απο δε των δοκουντων ειναι τι οποιοι ποτε ησαν ουδεν μοι διαφερει προσωπον θεος ανθρωπου ου λαμβανει εμοι γαρ οι δοκουντες ουδεν προσανεθεντο
Trans.apo de tōn dokountōn einai ti opoioi pote ēsan ouden moi diapherei prosōpon theos anthrōpou ou lambanei emoi gar oi dokountes ouden prosanethento

Algemeen

Zie ook: Apostelconvent
Deuteronomium 10:17, 2 Kronieken 19:7, Job 34:19, Handelingen 10:34, Romeinen 2:11, Efeziers 6:9, Colossenzen 3:25, 1 Petrus 1:17

Aantekeningen

En van degenen, die geacht waren, wat te zijn, hoedanigen zij eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon des mensen niet aan; want die geacht waren, hebben mij niets toegebracht.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

απο
van
δε
En
των
-
δοκουντων
degenen, die geacht waren

-
ειναι
te zijn

-
τι
wat
οποιοι
hoedanigen
ποτε
zij eertijds
ησαν
waren

-
ουδεν
niet
μοι
mij
διαφερει
verschilt

-
προσωπον
den persoon
θεος
God
ανθρωπου
des mensen
ου
niet
λαμβανει
neemt

-
εμοι
hebben mij
γαρ
want
οι
-
δοκουντες
die geacht waren

-
ουδεν
niets
προσανεθεντο
toegebracht

-

En van degenen, die geacht waren, wat te zijn, hoedanigen zij eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon des mensen niet aan; want die geacht waren, hebben mij niets toegebracht.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!