SV | Hoor ons, mijn heer! gij zijt een vorst Gods in het midden van ons; begraaf uw dode in de keure onzer graven; niemand van ons zal zijn graf voor u weren, dat gij uw dode niet zoudt begraven. |
WLC | שְׁמָעֵ֣נוּ ׀ אֲדֹנִ֗י נְשִׂ֨יא אֱלֹהִ֤ים אַתָּה֙ בְּתֹוכֵ֔נוּ בְּמִבְחַ֣ר קְבָרֵ֔ינוּ קְבֹ֖ר אֶת־מֵתֶ֑ךָ אִ֣ישׁ מִמֶּ֔נּוּ אֶת־קִבְרֹ֛ו לֹֽא־יִכְלֶ֥ה מִמְּךָ֖ מִקְּבֹ֥ר מֵתֶֽךָ׃ |
Trans. | šəmā‘ēnû ’ăḏōnî nəśî’ ’ĕlōhîm ’atâ bəṯwōḵēnû bəmiḇəḥar qəḇārênû qəḇōr ’eṯ-mēṯeḵā ’îš mimmennû ’eṯ-qiḇərwō lō’-yiḵəleh mimməḵā miqqəḇōr mēṯeḵā: |
Hoor ons, mijn heer! gij zijt een vorst Gods in het midden van ons;
begraaf uw dode in de keure onzer graven;
niemand van ons zal zijn graf voor u weren, dat gij uw dode niet zoudt begraven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Hoor ons, mijn heer! gij zijt een vorst Gods in het midden van ons;
begraaf uw dode in de keure onzer graven;
niemand van ons zal zijn graf voor u weren, dat gij uw dode niet zoudt begraven.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!