SV | Want de kinderen Israels en de kinderen van Juda hebben van hun jeugd aan alleenlijk gedaan, dat kwaad was in Mijn ogen; want de kinderen Israels hebben Mij door het werk hunner handen alleenlijk vertoornd, spreekt de HEERE. |
WLC | כִּֽי־הָי֨וּ בְנֵֽי־יִשְׂרָאֵ֜ל וּבְנֵ֣י יְהוּדָ֗ה אַ֣ךְ עֹשִׂ֥ים הָרַ֛ע בְּעֵינַ֖י מִנְּעֻרֹֽתֵיהֶ֑ם כִּ֣י בְנֵֽי־יִשְׂרָאֵ֗ל אַ֣ךְ מַכְעִסִ֥ים אֹתִ֛י בְּמַעֲשֵׂ֥ה יְדֵיהֶ֖ם נְאֻם־יְהוָֽה׃ |
Trans. | kî-hāyû ḇənê-yiśərā’ēl ûḇənê yəhûḏâ ’aḵə ‘ōśîm hāra‘ bə‘ênay minnə‘urōṯêhem kî ḇənê-yiśərā’ēl ’aḵə maḵə‘isîm ’ōṯî bəma‘ăśēh yəḏêhem nə’um-JHWH: |
Want de kinderen Israels en de kinderen van Juda hebben van hun jeugd aan alleenlijk gedaan, dat kwaad was in Mijn ogen; want de kinderen Israels hebben Mij door het werk hunner handen alleenlijk vertoornd, spreekt de HEERE.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want de kinderen Israels en de kinderen van Juda hebben van hun jeugd aan alleenlijk gedaan, dat kwaad was in Mijn ogen; want de kinderen Israels hebben Mij door het werk hunner handen alleenlijk vertoornd, spreekt de HEERE.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!