Jeremia 32:4

SVEn Zedekia, de koning van Juda, zal van de hand der Chaldeen niet ontkomen; maar hij zal zekerlijk gegeven worden in de hand des konings van Babel, en zijn mond zal tot deszelfs mond spreken, en zijn ogen zullen deszelfs ogen zien;
WLCוְצִדְקִיָּ֙הוּ֙ מֶ֣לֶךְ יְהוּדָ֔ה לֹ֥א יִמָּלֵ֖ט מִיַּ֣ד הַכַּשְׂדִּ֑ים כִּ֣י הִנָּתֹ֤ן יִנָּתֵן֙ בְּיַ֣ד מֶֽלֶךְ־בָּבֶ֔ל וְדִבֶּר־פִּ֣יו עִם־פִּ֔יו וְעֵינָ֖יו אֶת־ [עֵינֹו כ] (עֵינָ֥יו ק) תִּרְאֶֽינָה׃
Trans.wəṣiḏəqîyâû meleḵə yəhûḏâ lō’ yimmālēṭ mîyaḏ hakaśədîm kî hinnāṯōn yinnāṯēn bəyaḏ meleḵə-bāḇel wəḏiber-pîw ‘im-pîw wə‘ênāyw ’eṯ-‘ênāw ‘ênāyw tirə’eynâ:

Algemeen

Zie ook: Chaldeeën, Hand (lichaamsdeel), Juda (koninkrijk), koningen van Juda, Qere en Ketiv, Zedekia, Zidkia

Aantekeningen

En Zedekia, de koning van Juda, zal van de hand der Chaldeen niet ontkomen; maar hij zal zekerlijk gegeven worden in de hand des konings van Babel, en zijn mond zal tot deszelfs mond spreken, en zijn ogen zullen deszelfs ogen zien;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

צִדְקִיָּ֙הוּ֙

En Zedekía

מֶ֣לֶךְ

de koning

יְהוּדָ֔ה

van Juda

לֹ֥א

-

יִמָּלֵ֖ט

niet ontkomen

מִ

-

יַּ֣ד

zal van de hand

הַ

-

כַּשְׂדִּ֑ים

der Chaldeën

כִּ֣י

-

הִנָּתֹ֤ן

maar hij zal zekerlijk

יִנָּתֵן֙

gegeven worden

בְּ

-

יַ֣ד

in de hand

מֶֽלֶךְ־

des konings

בָּבֶ֔ל

van Babel

וְ

-

דִבֶּר־

spreken

פִּ֣יו

en zijn mond

עִם־

-

פִּ֔יו

zal tot deszelfs mond

וְ

-

עֵינָ֖יו

en zijn ogen

אֶת־

-

עינו

zullen deszelfs ogen

עֵינָ֥יו

-

תִּרְאֶֽינָה

zien


En Zedekia, de koning van Juda, zal van de hand der Chaldeen niet ontkomen; maar hij zal zekerlijk gegeven worden in de hand des konings van Babel, en zijn mond zal tot deszelfs mond spreken, en zijn ogen zullen deszelfs ogen zien;

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!