SV | Ik, Ik heb [het] gesproken, ook heb Ik hem geroepen; Ik zal hem doen komen, en hij zal voorspoedig zijn [op] zijn weg. |
WLC | אֲנִ֥י אֲנִ֛י דִּבַּ֖רְתִּי אַף־קְרָאתִ֑יו הֲבִיאֹתִ֖יו וְהִצְלִ֥יחַ דַּרְכֹּֽו׃ |
Trans. | ’ănî ’ănî dibarətî ’af-qərā’ṯîw hăḇî’ōṯîw wəhiṣəlîḥa darəkwō: |
Ik, Ik heb [het] gesproken, ook heb Ik hem geroepen; Ik zal hem doen komen, en hij zal voorspoedig zijn [op] zijn weg.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Ik, Ik heb [het] gesproken, ook heb Ik hem geroepen; Ik zal hem doen komen, en hij zal voorspoedig zijn [op] zijn weg.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!