SV | En zij vraagden hem: Wat dan? Zijt gij Elias? En hij zeide: Ik ben [die] niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen. |
Steph | και ηρωτησαν αυτον τι ουν ηλιας ει συ και λεγει ουκ ειμι ο προφητης ει συ και απεκριθη ου |
Trans. | kai ērōtēsan auton ti oun ēlias ei sy kai legei ouk eimi o prophētēs ei sy kai apekrithē ou |
En zij vraagden hem: Wat dan? Zijt gij Elias? En hij zeide: Ik ben [die] niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij vraagden hem: Wat dan? Zijt gij Elias? En hij zeide: Ik ben [die] niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!