Lukas 11:5

SVEn Hij zeide tot hen: Wie van u zal een vriend hebben, en zal ter middernacht tot hem gaan, en tot hem zeggen: Vriend! leen mij drie broden;
Steph και ειπεν προς αυτους τις εξ υμων εξει φιλον και πορευσεται προς αυτον μεσονυκτιου και ειπη αυτω φιλε χρησον μοι τρεις αρτους
Trans.kai eipen pros autous tis ex ymōn exei philon kai poreusetai pros auton mesonyktiou kai eipē autō phile chrēson moi treis artous

Algemeen

Zie ook: Brood, Drie (getal), Middernacht, Vrienden

Aantekeningen

En Hij zeide tot hen: Wie van u zal een vriend hebben, en zal ter middernacht tot hem gaan, en tot hem zeggen: Vriend! leen mij drie broden;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

και
En
ειπεν
Hij zeide

-
προς
tot
αυτους
hen
τις
Wie
εξ
van
υμων
-
εξει
hebben

-
φιλον
zal een vriend
και
en
πορευσεται
gaan

-
προς
tot
αυτον
hem
μεσονυκτιου
zal ter middernacht
και
en
ειπη
zeggen

-
αυτω
tot hem
φιλε
Vriend
χρησον
leen

-
μοι
mij
τρεις
drie
αρτους
broden

En Hij zeide tot hen: Wie van u zal een vriend hebben, en zal ter middernacht tot hem gaan, en tot hem zeggen: Vriend! leen mij drie broden;

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!