Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
AB | En er waren herders in deze regio, welke zich ophielden in het veld en de wacht hielden over hun kudde. |
SV | En er waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde. |
Steph | και ποιμενες ησαν εν τη χωρα τη αυτη αγραυλουντες και φυλασσοντες φυλακας της νυκτος επι την ποιμνην αυτων
|
Trans. | kai poimenes ēsan en tē chōra tē autē agraulountes kai phylassontes phylakas tēs nyktos epi tēn poimnēn autōn |
Algemeen
Zie ook: Herder, Kerstfeest, Kerstmis
Aantekeningen
En er waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde.
- in diezelfde landstreek, Namelijk in de omgeving van Bethlehem.
- En er waren herders in diezelfde landstreek; is dit logisch? Temeer daar er een vermelding in de Mishna staat dat het verboden is om binnen de landsgrenzen kleinvee te fokken (Mishna; Tractaat Babab Kamma VII.7 "Men mag in het land Israel geen kleinvee fokken." Omdat het de velden afzet en de planten beschadigt. Zie ook Edersheim, The Life and Times of Jesus the Messiah, Book 2, Ch. VI., "In fact the Mishnah (Baba K. vii. 7) expressly forbids the keeping of flocks throughout the land of Israel, except in the wilderness - and the only flocks otherwise kept, would be those for the Temple-services (Baba K. 80 a)."). Echter het blijkt dat er een uitzondering wordt gemaakt voor verschillende regio's (Mishna; Tractaat Babab Kamma VII.7 Maar men mag het fokken in Syrie (Het Syrische land dat door David is veroverd [2 Sam 8: 3-6] maar niet tot het land [=Israel] gerekend wordt), en in de woesteinen (en in de wouden Barajta, Talmud 79b) die in het land van Israël zijn (Zief, Tekoa en Gibon). Men mag geen kippen fokken, met het oog op offerzaken (Het vlees van offers van lichtere heiligheid) en priesters [mogen het] in het [gehele] land Israëls niet, met het oog op de reine zaken (Hoofdheffing, heffing uit het Tiende en deegheffing, die overal doch alleen door priesters en in reinheid mogen gegeten worden). [Kippen woelen dikwijls in mest en zijn daarom onrein cf. Lev 11 hoewel daar geen kippen worden genoemd]), waaronder een gebied in de regio van Bethlehem namelijk Thekoa. Hier was ook een toren Migdal Eder welke door rabbi's "het koninklijke kasteel van Bethlehem" wordt genoemd, deze toren werd gebruikt door herders welke schapen fokten voor de tempel (Babylonische Talmud, Tract Shekalim, VII.4 "Cattle found all the way from Jerusalem to Migdal Eder, and in the same vicinity in all directions, are considered, if male, as whole-offerings, and if female as peace-offerings."). Deze locatie was uitermate geschikt, de tempel trok veel pelgrims die offerdieren, zoals schapen, nodig hadden om ze te slachten in de offerdienst, een snelle aanlevering van deze offerdieren – vanuit een logistiek standpunt bekeken – was zeer gewenst. Deze omgeving was een van de weinig vruchtbare omgevingen in de buurt van Jeruzalem waar men in grote getale schapen kon fokken zonder in overtreding te zijn met de joodse wetten (Edersheim, The Life and Times of Jesus the Messiah, Book 2, Ch. VI., "This Migdal Eder was not the watchtower for the ordinary flocks which pastured on the barren sheepground beyond Bethlehem, but lay close to the town, on the road to Jerusalem. A passage in the Mishnah leads to the conclusion, that the flocks, which pastured there, were destined for Temple-sacrifices, and, accordingly, that the shepherds, who watched over them, were not ordinary shepherds. The latter were under the ban of Rabbinism, on account of their necessary isolation from religious ordinances, and their manner of life, which rendered strict legal observance unlikely, if not absolutely impossible." en in een voetnoot: "This disposes of an inapt quotation (from Delitzsch) by Dr. Geikie. No one could imagine, that the Talmudic passages in question could apply to such shepherds as these.").
-
zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde; De opmerking dat de herders midden in de nacht buiten de wacht hielden bij de kudde, kan een indicatie zijn betreffende het jaargetijde waarin Christus is geboren. Was het december, januari, februari of was het midden in de zomer? Aanwijzingen voor welk jaargetijde het kan zijn, is of de kudde het gehele jaar daar was, in welke periodes er voldoende voedsel was, en of de weersgesteldheden het toelieten.
Dat herders het hele jaar buiten bleven kunnen we opmaken uit Genesis 31:38-40 waar Jakob tegen Laban zegt dat in die 20 jaar dat hij bij de kudde was hij "overdag werd ik gekweld door de hitte, 's nachts door de vorst" (vs. 40). Ook is er een passage in de Mishna (Babylonische Talmud, Tract Shekalim, VII.4 "Cattle found all the way from Jerusalem to Migdal Eder, and in the same vicinity in all directions, are considered, if male, as whole-offerings, and if female as peace-offerings. R. Jehudah says: 'If they are fit for Passover-offerings they may be used for such purpose, providing Passover is not more than thirty days off.'"; Rodkinson, Michael L. "Babylonische Talmud" Boek 2, Vol. IV p. 30-31 in een voetnoot: "MISHNA d. R. Jehudah states, that if the animal found was a yearling and a male, it is considered a Passover-offering, but may be sacrificed only as a peace-offering, because a Passover-offering must be intended for a stipulated number of persons. (See Exod. xii. 4.) The sages, however, say, that on account of the number of whole-offerings which were brought at the time, the animal found must not be eaten, for fear lest it be intended for a whole-offering and a grave offence be committed. Hence it should be sacrificed as a whole-offering only.") en die bevestigd dat deze kuddes het gehele jaar rond daar waren.
Een grazende kudde gebruikt relatief veel gras, en het is logisch dat als men lang op een plek bleef, er een tekort zou komen aan voedsel. Als men de kudde iedere dag naar de stal zou brengen, kan men ook niet zover weg, waardoor het gestelde voedselprobleem parten zou kunnen gaan spelen. Dit probleem zal zich minder snel voordoen als de herders zoveel mogelijk buiten bij hun kuddes bleven, men hoefde niet steeds de lange weg naar de stal te maken waardoor men zodoende bij de grazige weiden konden blijven. Bovendien zal men juist in de winter naar buiten trekken omdat dan overal in Israël gras groeit, dit in tegenstelling tot de zomer als het meeste gras is verdroogd. Het is om deze reden dat ook tegenwoordig in de winter voedselvoorraden voor het vee worden aangelegd in Israël.
Een reden om toch enigszins overdekt de wacht houden in deze omgeving, bijvoorbeeld bij toren Migdal Eder zou het weer kunnen zijn, als dit laatste inderdaad zo is, dan zou men aan de hand hiervan misschien een tijdsindicatie kunnen geven in welk jaargetijde de geboorte was. Nu is het zo dat de nachten (ook in de winter) niet dusdanig koud zijn om binnen te blijven (→ Herder).
Als het winter was – omdat de periode van oktober tot februari het lammetjesseizoen is (F. Lancaster, p. 215; E. Eyal, Ann. Zootech (1986), Vol. 35-3, p. 220) – is het logisch dat de herders juist dan bij hun kudde in het veld waren.
Op basis van deze tekst kan men dan ook niet het jaargetijde bepalen waarin Christus is geboren.
- hielden de nachtwacht over hun kudde, Namelijk om hun kudde te bewaken tegen allerlei gevaren zoals roofdieren.
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
αγραυλουντες
zich houdende in het veld
|
En er waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde.
____
- Lacune in minuscule 115, ε 1096 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 154): Mat. 1:1-8:9; Mark. 5:23-36; Luk. 1:78-2:9; 6:4-15; Joh. 10:3-16; 11-[20; 11:25-28, 31 beschadigd] 21:25;
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!