Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
AB | En Hij, Jezus, was ongeveer dertig jaren [toen Hij] begon. Zijnde (zo men dacht) de zoon van Jozef, van Heli, |
SV | En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren [oud] te wezen, zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef, den [zoon] van Heli, |
Steph | και αυτος ην ο ιησους ωσει ετων τριακοντα αρχομενοσ ων ως ενομιζετο υιοσ ιωσηφ του ηλι
|
Trans. | kai autos ēn o iēsous ōsei etōn triakonta archomenos̱ ōn ōs enomizeto yios̱ iōsēph tou ēli |
Algemeen
Zie ook: Geslachtsregisters, Jezus Christus
Mattheus 1:16, Mattheus 13:55, Johannes 6:42
- In Lukas 3, vanaf vers 23 staat een namenlijst over het geslachtsregister van Jezus en daarin staat dat Jozef de zoon was van Eli. Mat. 1 gaat hier ook over, echter...dáár staat in vers 16 dat Jozef de zoon was van Jákob...? Hoe kan dit?
Er zijn verschillende antwoorden mogelijk: 1) Volgens de theorie van Annius van Viterbo (15de eeuw) geeft Mattheüs het geslachtsregister van Jozef weer: de lijn van de vader voor de wet, dus de juridische lijn. Lukas daarentegen brengt Jezus' natuurlijke afstamming van Maria naar voren. Jozef wordt bij hem dan opgevat als de schoonzoon van Eli. 2) Anderen verklaren het verschil door de mozaïsche wet omtrent het zwagerhuwelijk als uitgangspunt te nemen. Dit vinden we reeds bij Africanus (Eusebius, Kerkgeschiedenis, I,7). Jozef was biologisch gezien de zoon van Jakob, maar werd op grond van het leviraatsrecht (zie Deut. 25 :5-10) beschouwd als de zoon van Jakobs halfbroer Eli, omdat deze kinderloos overleden zou zijn. 3) A. Hervey (19deeeuw) stelt nog een andere verklaring voor: Matteüs geeft vanaf David de lijn van erfgenamen voor de troon weer, terwijl Lukas de werkelijke nakomelingen van David geeft in de familietak, waartoe Jozef behoorde. Hij neemt dan vervolgens aan, dat Jozef, de lijfelijke zoon van Eli (Lukas), werd gerekend als erfgenaam (voor de troon) van de kinderloze Jakob (Matteüs).
Wij kunnen niet met zekerheid weten welke verklaring de juiste is. Het is wel opmerkelijk, dat niemand van de tegenstanders van het christendom in de eerste eeuwen in deze beide geslachtsregisters iets onjuist of met elkaar in tegenspraak vond.
Aantekeningen
En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren [oud] te wezen, zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef, den [zoon] van Heli,
- omtrent dertig jaren; Waarschijnlijk gebruikte Lukas deze term omdat belangrijke oudtestamentische personages hun dienst van God begonnen toen ze 30 waren(zie Gen. 41:46; 2 Sam. 5:4; Ezech. 1:1), waaronder ook de Israëlische priesters (Num. 4). Het is niet mogelijk, ook niet uit andere gegevens, om een nauwkeurige bepaling van Jezus leeftijd te geven. Sommigen stellen dat dit een zegswijze is dat hij een dertiger was, wat ervoor zorgt dat er een marge is van bijna 10 jaar. Terwijl Hoehner stelt dat Jezus 32 jaar oud was toen Hij met zijn bediening begon (Dr. Harold W. Hoehner, Chronological Aspects of the Life of Christ, 1978, p. 37-38).
- Jozef, hoewel Jozef niet de biologische vader is van Jezus is hij wel zijn legale vader (A.J. Levine, p. 3) en wordt daarom genoemd met zijn geslachtsregister in Mattheus 1:16 en hier om de legale status van Jezus voor de Joden te bepalen.
- alzo men meende; een verwijzing dat Jozef niet de biologische vader is van Jezus.
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren [oud] te wezen, zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef, den [zoon] van Heli,
____
- Ἰησοῦς WH; ὁ Ἰησοῦς Byz ς
- ἀρχόμενος ὡσεὶ ἐτῶν τριάκοντα WH; ὡσεὶ ἐτῶν τριάκοντα ἀρχόμενος Byz ς
- ἀρχόμενος Byz ς WH; ἐρχόμενος 700 (Irenaeus) Juvencus; ἐρχόμενος ἐπί τό βάπτισμα Clement; omissie 1555 pc ite itf syrs syrp copsa
- ὢν υἱός, ὡς ἐνομίζετο, p4 א B L W Ψ 070 f1 892 1241 pc l2211 WH; ὢν, ὡς ἐνομίζετο, υἱός A Θ 0102 f13 33 Byz syrh ς
- τοῦ Ἠλὶ Byz ς WH; omissie τοῦ Ἠλὶ 24 τοῦ Μαθθὰτ itc; omissie 3:23-28 579; omissie 3:24-38 W
- Lacune in minuscule 406, ε 130 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 187): Mark. 4:41-5:14; Luk. 3:16-4:4; Joh. 20:3-21:25;
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!