Context
Literatuur
Vertalingen

Lukas 5:17

Algemeen

Aantekeningen

En het geschiedde in een dier dagen, dat Hij leerde, en [er] zaten Farizeeën en leraars der wet, die van alle vlekken van Galilea, en Judea, en Jeruzalem gekomen waren; en de kracht des Heeren was [er] om hen te genezen.

• Farizeeën, De Farizeeën waren een Joodse religieuze stroming, politieke partij en sociale beweging gedurende de periode van de Tweede Tempel vanaf de periode van de dynastie van de Hasmoneeën (140 - 37 v.C.) tot en met de Nieuwtestamentische periode.
• alle vlekken, klein dorp, gehucht.
• Galilea, het noordelijke gedeelte van Israël en besloeg de gebieden van de stammen van Aser, Naftali, Zebulon en Issaschar. Ten tijde van Flavius Josephus had Galilea meer dan 200 steden en dorpen, en ongeveer drie miljoen inwoners. Het werd begrensd in het zuiden door Samaria, en omvatte het gehele noordelijke deel van Israël.
• Judea, De Romeinse provincia Judea, welke grofweg overeenkwam met het vroegere koninkrijk Juda. Vanaf 6 n.C. behoren ook Idumea en Samaria tot deze provincia, echter in het NT worden deze gebieden vaak apart benoemd.

Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

En het geschiedde in een dier dagen, dat Hij leerde, en [er] zaten Farizeeën en leraars der wet, die van alle vlekken van Galilea, en Judea, en Jeruzalem gekomen waren; en de kracht des Heeren was [er] om hen te genezen.

• κώμη ^G2968 "dorp, gehucht" als tegengestelde van een ommuurde stad.
• Ἱερουσαλήμ ^G2419 variant op Ἱεροσόλυμα ^G2414 "Jeruzalem", afgeleid van het Hebreeuws יְרוּשָׁלַ͏ִם ^H3389.

• οἳ ἦσαν ἐληλυθότες ‭א¹ (A* onleesbaar) A² B C E H K L N W X Δ Θ Ξ Π Ψ 28 157 180 565 579 597 700 892 1006 1009 1010 1071 1079 1195 1216 1230 1241 1242 1243 1253 1292 1342 1344 1424 1505 1546 1646 2148 2174 Byz Lect it^aur it^b it^c it^f it^ff2 it^l it^q it^r1 vg syr^p syr^h syr^pal cop^sa eth geo slav Augustine ς WH; οἳ ἦσαν συνεληλυθότες f¹ f¹³ 205 1365 l⁴⁹ it^a goth Ambrose^vid Cyril^vid; ἦσαν ἐληλυθότες ‭א* 33 cop^bo arm; ἦσαν δὲ συνεληλυθότες D it^d (it^e) syr^s(vid)
• αὐτόν ‭א B L W Ξ 544 579 2542 pc syr^s cop^sa eth Didymus Cyril^1/2 WH NR CEI ND Riv TILC Nv NM; αὐτούς A C D E H N X Δ Θ Π Ψ f¹ f¹³ 28 33 157 180 205 565 597 700 892 1006 1009 1010 1071 1079 1195 1216 1230 1242 1243 1253 1292 1342 1344 1365 1424 1505 1546 1646 (2148 τούτους) 2174 Byz Lect it^a it^aur it^b it^c it^d it^e it^f it^ff2 it^l it^q it^r1 vg syr^p syr^h cop^bo goth arm geo slav Diatessaron Augustine ς Dio; πάντας K syr^pal Cyril^1/2; αὐτοὺς πάντας syr^pal; τοὺς ἀσθενοῦντας l¹¹
• Lacune in minuscule 145, ε 101 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 158): Luk. 4:15-5:36; Joh. 1:1-26.

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!