SV | En Jezus, hem aanziende, beminde hem, en zeide tot hem: Een ding ontbreekt u; ga heen, verkoop alles, wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij. |
Steph | ο δε ιησους εμβλεψας αυτω ηγαπησεν αυτον και ειπεν αυτω εν σοι υστερει υπαγε οσα εχεις πωλησον και δος τοισ πτωχοις και εξεις θησαυρον εν ουρανω και δευρο ακολουθει μοι αρασ τον σταυρον |
Trans. | o de iēsous emblepsas autō ēgapēsen auton kai eipen autō en soi ysterei ypage osa echeis pōlēson kai dos tois̱ ptōchois kai exeis thēsauron en ouranō kai deuro akolouthei moi aras̱ ton stauron |
En Jezus, hem aanziende, beminde hem, en zeide tot hem: Een ding ontbreekt u; ga heen, verkoop alles, wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Jezus, hem aanziende, beminde hem, en zeide tot hem: Een ding ontbreekt u; ga heen, verkoop alles, wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!