SV | En zeide tot hen: Gaat heen in het vlek, dat tegen u over is; en terstond als gij in hetzelve komt, zult gij vinden een veulen gebonden, op hetwelk geen mens gezeten heeft, ontbindt het, en brengt het. |
Steph | και λεγει αυτοις υπαγετε εις την κωμην την κατεναντι υμων και ευθεωσ εισπορευομενοι εις αυτην ευρησετε πωλον δεδεμενον εφ ον ουδεις ανθρωπων κεκαθικεν λυσαντεσ αυτον αγαγετε |
Trans. | kai legei autois ypagete eis tēn kōmēn tēn katenanti ymōn kai eutheōs̱ eisporeuomenoi eis autēn eurēsete pōlon dedemenon eph on oudeis anthrōpōn kekathiken lysantes̱ auton agagete |
En zeide tot hen: Gaat heen in het vlek, dat tegen u over is; en terstond als gij in hetzelve komt, zult gij vinden een veulen gebonden, op hetwelk geen mens gezeten heeft, ontbindt het, en brengt het.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zeide tot hen: Gaat heen in het vlek, dat tegen u over is; en terstond als gij in hetzelve komt, zult gij vinden een veulen gebonden, op hetwelk geen mens gezeten heeft, ontbindt het, en brengt het.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!