SV | En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen vasten, terwijl de Bruidegom bij hen is? Zo langen tijd zij den Bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten. |
Steph | και ειπεν αυτοις ο ιησους μη δυνανται οι υιοι του νυμφωνος εν ω ο νυμφιος μετ αυτων εστιν νηστευειν οσον χρονον μεθ εαυτων εχουσιν τον νυμφιον ου δυνανται νηστευειν |
Trans. | kai eipen autois o iēsous mē dynantai oi yioi tou nymphōnos en ō o nymphios met autōn estin nēsteuein oson chronon meth eautōn echousin ton nymphion ou dynantai nēsteuein |
En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen vasten, terwijl de Bruidegom bij hen is? Zo langen tijd zij den Bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen vasten, terwijl de Bruidegom bij hen is? Zo langen tijd zij den Bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!