Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
AB | Al de geslachten dan, van Abraham tot David: veertien geslachten; en van David tot de Babylonische ballingschap: veertien geslachten;en van de Babylonische ballingschap tot Christus: veertien geslachten. |
SV | Al de geslachten dan, van Abraham tot David, [zijn] veertien geslachten; en van David tot de Babylonische overvoering, [zijn] veertien geslachten; en van de Babylonische overvoering tot Christus, [zijn] veertien geslachten. |
Steph | πασαι ουν αι γενεαι απο αβρααμ εως δαβιδ γενεαι δεκατεσσαρες και απο δαβιδ εως της μετοικεσιας βαβυλωνος γενεαι δεκατεσσαρες και απο της μετοικεσιας βαβυλωνος εως του χριστου γενεαι δεκατεσσαρες
|
Trans. | pasai oun ai geneai apo abraam eōs dabid geneai dekatessares kai apo dabid eōs tēs metoikesias babylōnos geneai dekatessares kai apo tēs metoikesias babylōnos eōs tou christou geneai dekatessares |
Algemeen
Zie ook: Abraham, David (koning), Geslachtsregisters, Jezus Christus
Veertien
- Als de Bijbel zo nadrukkelijk (drie keer!) het getal veertien in de stamboom van de Heere Jezus noemt, dan moeten we dat eens goed bestuderen. Maar veertien of veertiende komt helemaal niet zoveel voor! We moeten daarom wat dieper graven om de betekenis goed te begrijpen.
Veertien is twee keer zeven: een dubbele volheid. Jakob werkte twee keer zeven jaar voor Rachel. Met veertien zielen kwam Rachel in Egypte. En in Mattheus 1 zien de we erfopvolging van het koningshuis van David beschreven. De Hebreeuwse naam David heeft de getalswaarde veertien. Een koning heeft een ‘machtige hand’, die verlossen kan. En het woord hand schrijf je יד (jad, Nb. ons woord jatten komt hiervandaan) en deze letters worden ook gebruikt om veertien (tien-vier) te tellen! Dus veertien ziet op een (machtige) hand, die verlost. De hand van een koning. Van David. Van de Zoon van David. Want Jezus, dat is Zaligmaker: Hij zal Zijn volk verlossen.
Nog iets moois: het Pascha (voorbijgang) wordt op de veertiende dag van de eerste maand gevierd. Want op de vijftiende vertrok Israël uit Egypte. Verlost! En het Loofhuttenfeest begint ook na de veertiende dag, nu van de zevende maand. Het is feest van rust en blijdschap: de reis zit er op. We zijn in Kanaän. En wie in het hemelse Kanaän komt, is verlost.
Misschien duizelt het je met al die getallen. Onthoud wat de Heere Jezus zegt: de Schrift getuigt van Mij! (Lukas 24:27; Johannes 5:39). Geloof je dát? (Anco van Moolenbroek)
Aantekeningen
Al de geslachten dan, van Abraham tot David, [zijn] veertien geslachten;
en van David tot de Babylonische overvoering, [zijn] veertien geslachten;
en van de Babylonische overvoering tot Christus, [zijn] veertien geslachten.
- Abraham, Abraham, de stamvader van de Israëlieten.
- Er worden slechts 13 geslachten genoemd. Mogelijke verklaringen:
- Jechonias is niet de zoon van Josias, maar de kleinzoon. cf. 1.Kr. 3:15.
- De (relevante) zoon is Jehoiakim, welke niet wordt genoemd door Mattheüs. Veel schrijvers hebben deze toegevoegd, maar dan komen we aan 15 geslachten in de 2de sectie en nog steeds 13 in de laatste.
1. Abraham 2. Isaac 3. Jacob 4. Judah 5. Perez 6. Hezron 7. Aram 8. Aminadab 9. Nahshon 10. Salmon 11. Boaz 12. Obed 13. Jesse 14. David |
1. Solomon 2. Rehoboam 3. Abijah 4. Asaph 5. Jehoshaphat 6. Joram 7. Uzziah 8. Jotham 9. Ahaz 10. Hezekiah 11. Manasseh 12. Amos 13. Josiah 14. Jehoiakim |
1. Jechoniah 2. Salathiel 3. Zerubbabel 4. Abiud 5. Eliakim 6. Azor 7. Zadok 8. Achim 9. Eliud 10. Eleazar 11. Matthan 12. Jacob 13. Joseph/Mary 14. Jesus |
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
βαβυλωνος
de Babylonische
βαβυλωνος
de Babylonische
|
Al de geslachten dan, van Abraham tot David, [zijn] veertien geslachten;
en van David tot de Babylonische overvoering, [zijn] veertien geslachten;
en van de Babylonische overvoering tot Christus, [zijn] veertien geslachten.
- γενεά zn "geslacht, nakomeling" G1074
- Ἀβραάμ naam "Abraham" G11
- Δαβίδ naam "David" G1138;
- δεκατέσσαρες getal "veertien" G1180;
- μετοικεσία ww "wegbrengen, wegvoeren" G3350;
- Βαβυλών zn "Babylon" G897
- Χριστός zn "Gezalfde" G5547 = Christus
____
- Δαυὶδ... Δαυὶδ Byz ‖ Δαυεὶδ... Δαυεὶδ B WH ‖ Δαβὶδ... Δαβὶδ ς ‖
- δεκατέσσαρες... δεκατέσσαρες... δεκατέσσαρες B Byz ς WH ‖ ιδ... ιδ... ιδ p1 א W ‖
- μετοικεσίας... μετοικεσίας א B Byz ς WH ‖ μετοικησίας... μετοικησίας pc ‖
- Lacune in minuscule 50, A232 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 140): Mat. 1:1-9:35; 12:3-23; 17:12-24; 25:20-32; John 5:18-21:25.
- Lacune in minuscule 69, δ 505 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 144-145): Mat. 1:1-18:15;
- Lacune in minuscule 115, ε 1096 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 154): Mat. 1:1-8:9; Mark. 5:23-36; Luk. 1:78-2:9; 6:4-15; Joh. 10:3-16; 11-[20; 11:25-28, 31 beschadigd] 21:25;
- Lacune in minuscule 117, ε 506 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 154): Mat. 1:1-18; 15:18-39;
- Lacune in minuscule 174, ε 109 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 162): Mat. 1:1-21; Joh. 1:1-27; 8:47-21:25;
- Lacune in minuscule 175, δ 95 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 162-163): Mat. 1:1-4:17;
- Lacune in minuscule 176, ε 301 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 163): Mat. 1:1-10:13; Joh. 2:1-21:25;
- Lacune in minuscule 222, A404 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 169): Mat. 1:1-6:19; Joh. 14:2-16:4; 16:7-21:25;
- Lacune in minuscule 264, ε 284 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 173): Mat. 1:1-7:14; 14:31-15:24; 15:37-16:24; 17:8-18:7; Luk. 18:17-30; Joh. 5:23-36; 6:69-7:12; 21:23-25;
- Lacune in minuscule 292, ε 378 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 176): Mat. 1:1-7:13; Joh. 19:5-21:25;
- Lacune in minuscule 311 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 178): Mat. 1:1-5:4;
- Lacune in minuscule 352, ε 123 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 182): Mat. 1:1-17; Mark. 1:1-15; 16:13-20; Luk. 1:1-7; 24:43-53; Joh. 1:1-9; 21:3-25;
- Lacune in minuscule 366, Cμ24 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 183): Mat. 1:1-2:16;
- Lacune in minuscule 370, Θε41 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 183): Mat. 1:1-17; Joh. 16:29-21:25;
- Lacune in minuscule 396, ε 217 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 185-186): Mat. 1:1-23:27;
- Lacune in minuscule 405, ε 1012 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 186-187): Mat. 1:1-17; Joh. 6:55-9:13; 11:30-45; 18:20-36;
- Lacune in minuscule 416, ε 422 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 187-188): Mat. 1:1-25:36; 26:17-27:17; 27:35-Mark. 2:25; Joh. 18:8-21:25;
- Lacune in minuscule 446, ε 507 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 190-191): Mat. 1:1-17; 26:47-27:40; Mark. 1:1-9; Luk. 1:1-18; Joh. 1:1-21;
- Lacune in minuscule 474, α 137 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 193): Mat. 1:1-13:53; 16:28-17:18; 24:39-25:9; 26:71-27:14; Mark. 8:32-9:9; Joh. 11:8-3; 13:8-21:25;
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!