SV | Want ik schaam mij des Evangelies van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft, eerst den Jood, en [ook] den Griek. |
Steph | ου γαρ επαισχυνομαι το ευαγγελιον του χριστου δυναμις γαρ θεου εστιν εις σωτηριαν παντι τω πιστευοντι ιουδαιω τε πρωτον και ελληνι |
Trans. | ou gar epaischynomai to euangelion tou christou dynamis gar theou estin eis sōtērian panti tō pisteuonti ioudaiō te prōton kai ellēni |
De kerkhervormer Maarten Luther (1483-1546) bestudeert in de jaren 1515 en 1516 de brief aan de Romeinen als voorbereiding op de colleges die hij moet geven in Wittenberg. Door de studie daarvan komt Luther tot het besef dat rechtvaardiging voor God een vrije gave is van God. God geeft ons om niet vergeving en niet op grond van onze (geestelijke) prestatie. De rechtvaardiging is verworven door Christus. De goddeloze krijgt deel aan de verworven gerechtigheid door het geloof. Luther noemt de tekst de 'porta paradisi', 'de poort naar het paradijs' (HSV Mannenbijbel).
Want ik schaam mij des Evangelies van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft, eerst den Jood, en [ook] den Griek.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want ik schaam mij des Evangelies van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft, eerst den Jood, en [ook] den Griek.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!