G71 ἄγω
leiden, meenemen, aanvoeren, feest vieren (een), gaan, weggaan, vertrekken

Bijbelteksten

Mattheus 10:18En gij zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden, om Mijnentwil, hun en den heidenen tot getuigenis.
Mattheus 14:6Maar als de dag der geboorte van Herodes gehouden werd, danste de dochter van Herodias in het midden [van hen]; en zij behaagde aan Herodes.
Mattheus 21:2Gaat heen in het vlek, dat tegen u over [ligt], en gij zult terstond een ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt ze, en brengt ze tot Mij.
Mattheus 21:7Brachten de ezelin en het veulen, en legden hun klederen op dezelve, en zetten [Hem] daarop.
Mattheus 26:46Staat op, laat ons gaan; ziet, hij is nabij, die Mij verraadt.
Markus 1:38En Hij zeide tot hen: Laat ons in de bijliggende vlekken gaan, opdat Ik ook daar predike; want daartoe ben Ik uitgegaan.
Markus 11:2En zeide tot hen: Gaat heen in het vlek, dat tegen u over is; en terstond als gij in hetzelve komt, zult gij vinden een veulen gebonden, op hetwelk geen mens gezeten heeft, ontbindt het, en brengt het.
Markus 11:7En zij brachten het veulen tot Jezus, en wierpen hun klederen daarop; en Hij zat op hetzelve.
Markus 13:11Doch wanneer zij u leiden zullen, om u over te leveren, zo zijt te voren niet bezorgd, wat gij spreken zult, en bedenkt het niet; maar zo wat u in die ure gegeven zal worden, spreekt dat; want gij zijt het niet, die spreekt, maar de Heilige Geest.
Markus 14:42Staat op, laat ons gaan; ziet, die Mij verraadt, is nabij.
Lukas 4:1En Jezus, vol des Heiligen Geestes, keerde wederom van de Jordaan, en werd door den Geest geleid in de woestijn;
Lukas 4:9En hij leidde Hem naar Jeruzalem, en stelde Hem op de tinne des tempels, en zeide tot Hem: Indien Gij de Zoon Gods zijt, werp Uzelven van hier nederwaarts;
Lukas 4:29En opstaande, wierpen zij Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem op den top des bergs, op denwelken hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen.
Lukas 4:40En als de zon onderging, brachten allen, die kranken hadden, met verscheidenen ziekten [bevangen], die tot Hem, en Hij legde een iegelijk van hen de handen op, en genas dezelve.
Lukas 10:34En hij, tot [hem] gaande, verbond zijn wonden, gietende daarin olie en wijn; en hem heffende op zijn eigen beest, voerde hem in de herberg en verzorgde hem.
Lukas 18:40En Jezus, [stilstaande], beval, dat men denzelven tot Hem brengen zou; en als hij nabij [Hem] gekomen was, vraagde Hij hem,
Lukas 19:27Doch deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt [ze] hier, en slaat ze [hier] voor mij dood.
Lukas 19:30Zeggende: Gaat henen in dat vlek, dat tegenover is; in hetwelk inkomende, zult gij een veulen gebonden vinden, waarop geen mens ooit heeft gezeten; ontbindt hetzelve, en brengt het.
Lukas 19:35En zij brachten hetzelve tot Jezus. En hun klederen op het veulen geworpen hebbende, zetten zij Jezus daarop.
Lukas 21:12Maar voor dit alles, zullen zij hun handen aan ulieden slaan, en [u] vervolgen, [u] overleverende in de synagogen en gevangenissen; en gij zult getrokken worden voor koningen en stadhouders, om Mijns Naams wil.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken