Mattheus 4:20 | Zij dan, terstond de netten verlatende, zijn Hem nagevolgd. |
Mattheus 4:22 | Zij dan, terstond verlatende het schip en hun vader, zijn Hem nagevolgd. |
Mattheus 4:25 | En vele scharen volgden Hem na, van Galilea en [van] Dekapolis, en [van] Jeruzalem, en [van] Judea, en [van] over de Jordaan. |
Mattheus 8:1 | Toen Hij nu van den berg afgeklommen was, zijn Hem vele scharen gevolgd. |
Mattheus 8:10 | Jezus nu, [dit] horende, heeft Zich verwonderd, en zeide tot dengenen, die [Hem] volgden: Voorwaar zeg Ik u, Ik heb zelfs in Israel zo groot een geloof niet gevonden. |
Mattheus 8:19 | En er kwam een zeker Schriftgeleerde tot Hem, en zeide tot Hem: Meester! ik zal U volgen, waar Gij ook henengaat. |
Mattheus 8:22 | Doch Jezus zeide tot hem: Volg Mij, en laat de doden hun doden begraven. |
Mattheus 8:23 | En als Hij in het schip gegaan was, zijn Hem Zijn discipelen gevolgd. |
Mattheus 9:9 | En Jezus, van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Mattheus; en zeide tot hem: Volg Mij. En hij opstaande, volgde Hem. |
Mattheus 9:19 | En Jezus opgestaan zijnde, volgde hem, en Zijn discipelen. |
Mattheus 9:27 | En als Jezus van daar voortging, zijn Hem twee blinden gevolgd, roepende en zeggende: [Gij] Zone Davids, ontferm U onzer! |
Mattheus 10:38 | En die zijn kruis niet [op zich] neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet waardig. |
Mattheus 12:15 | Maar Jezus, [dat] wetende, vertrok van daar, en vele scharen volgden Hem, en Hij genas ze allen. |
Mattheus 14:13 | En [als] Jezus [dit] hoorde, vertrok Hij van daar te scheep, naar een woeste plaats alleen; en de scharen, [dat] horende, zijn Hem te voet gevolgd uit de steden. |
Mattheus 16:24 | Toen zeide Jezus tot Zijn discipelen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij. |
Mattheus 19:2 | En vele scharen volgden Hem, en Hij genas ze aldaar. |
Mattheus 19:21 | Jezus zeide tot hem: Zo gij wilt volmaakt zijn, ga heen, verkoop wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in de hemel; en kom herwaarts, volg Mij. |
Mattheus 19:27 | Toen antwoordde Petrus, en zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd, wat zal ons dan geworden? |
Mattheus 19:28 | En Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij, die Mij gevolgd zijt, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal gezeten zijn op den troon Zijner heerlijkheid, dat gij ook zult zitten op twaalf tronen, oordelende de twaalf geslachten Israels. |
Mattheus 20:29 | En als zij van Jericho uitgingen, is Hem een grote schare gevolgd. |