G538 ἀπατάω
bedriegen, misleiden, verleiden

Bijbelteksten

Efeziers 5:6Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid.
1 Timotheus 2:14En Adam is niet verleid geworden; maar de vrouw, verleid zijnde, is in overtreding geweest.
Jakobus 1:26Indien iemand onder u dunkt, dat hij godsdienstig is, en [hij] zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst is ijdel.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech