Lukas 4:3 | En de duivel zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg tot dezen steen, dat hij brood worde. |
Lukas 4:23 | En Hij zeide tot hen: Gij zult zonder twijfel tot Mij dit spreekwoord zeggen: Medicijnmeester, genees Uzelven; al wat wij gehoord hebben, dat in Kapernaum geschied is, doe [dat] ook hier in Uw vaderland. |
Lukas 4:25 | Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in Israel in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het gehele land. |
Lukas 4:36 | En er kwam een verbaasdheid over allen; en zij spraken samen tot elkander, zeggende: Wat woord is dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen geesten gebiedt, en zij varen uit? |
Lukas 4:42 | En als het dag werd, ging Hij uit, en trok naar een woeste plaats; en de scharen zochten Hem, en kwamen tot bij Hem, en hielden Hem op, dat Hij van hen niet zou weggaan. |
Lukas 5:1 | En het geschiedde, als de schare op Hem aandrong, om het Woord Gods te horen, dat Hij stond bij het meer Gennesareth. |
Lukas 5:12 | En het geschiedde, als Hij in een dier steden was, ziet, er [was] een man vol melaatsheid; en Jezus ziende, viel hij op het aangezicht, en bad Hem, zeggende: Heere! zo Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. |
Lukas 5:17 | En het geschiedde in een dier dagen, dat Hij leerde, en [er] zaten Farizeen en leraars der wet, die van alle vlekken van Galilea, en Judea, en Jeruzalem gekomen waren; en de kracht des Heeren was [er] om hen te genezen. |
Lukas 6:1 | En het geschiedde op den tweeden eersten sabbat, dat Hij door het gezaaide ging; en Zijn discipelen plukten aren, en aten ze, [die] wrijvende met de handen. |
Lukas 6:6 | En het geschiedde ook op een anderen sabbat, dat Hij in de synagoge ging, en leerde. En daar was een mens, en zijn rechterhand was dor. |
Lukas 6:12 | En het geschiedde in die dagen, dat Hij uitging naar den berg, om te bidden, en Hij bleef den nacht over in het gebed tot God. |
Lukas 6:13 | En als het dag was geworden, riep Hij Zijn discipelen tot Zich, en verkoos er twaalf uit hen, die Hij ook apostelen noemde: |
Lukas 6:16 | Judas, [den broeder] van Jakobus, en Judas Iskariot, die ook de verrader geworden is. |
Lukas 6:36 | Weest dan barmhartig, gelijk ook uw Vader barmhartig is. |
Lukas 6:48 | Hij is gelijk een mens, die een huis bouwde, en groef, en verdiepte, en leide het fondament op een steenrots; als nu de hoge vloed kwam, zo sloeg de waterstroom tegen dat huis aan, en kon het niet bewegen; want het was op de steenrots gegrond. |
Lukas 6:49 | Maar die ze gehoord, en niet gedaan zal hebben, is gelijk een mens, die een huis bouwde op de aarde zonder fondament; tegen hetwelk de waterstroom aansloeg, en het viel terstond, en de val van datzelve huis was groot. |
Lukas 7:11 | En het geschiedde op den volgenden [dag], dat Hij ging naar een stad, genaamd Nain, en met Hem gingen velen van Zijn discipelen, en een grote schare. |
Lukas 8:1 | En het geschiedde daarna, dat Hij reisde van de ene stad en vlek tot de andere, predikende en verkondigende het Evangelie van het Koninkrijk Gods; en de twaalven [waren] met Hem; |
Lukas 8:17 | Want er is niets verborgen, dat niet openbaar zal worden; noch heimelijk, dat niet bekend zal worden, en in het openbaar komen. |
Lukas 8:22 | En het geschiedde in een van die dagen, dat Hij in een schip ging, en Zijn discipelen [met Hem]; en Hij zeide tot hen: Laat ons overvaren aan de andere zijde van het meer. En zij staken af. |