G2094 ἔτος
jaar

Bijbelteksten

Mattheus 9:20(En ziet, een vrouw die twaalf jaren het bloedvloeien gehad had, komende tot Hem van achteren, raakte den zoom Zijns kleeds aan;
Markus 5:25En een zekere vrouw, die twaalf jaren den vloed des bloeds gehad had,
Markus 5:42En terstond stond het dochtertje op, en wandelde; want het was twaalf jaren [oud]; en zij ontzetten zich met grote ontzetting.
Lukas 2:36En er was Anna, een profetesse, een dochter van Fanuel, uit den stam van Aser; deze was tot groten ouderdom gekomen, welke met [haar] man zeven jaren had geleefd van haar maagdom af.
Lukas 2:37En zij was een weduwe van omtrent vier en tachtig jaren, dewelke niet week uit den tempel, met vasten en bidden, [God] dienende nacht en dag.
Lukas 2:41En Zijn ouders reisden alle jaar naar Jeruzalem, op het feest van pascha.
Lukas 2:42En toen Hij twaalf jaren [oud] geworden was, en zij naar Jeruzalem opgegaan waren, naar de gewoonte van den feestdag;
Lukas 3:1En in het vijftiende jaar der regering van den keizer Tiberius, als Pontius Pilatus stadhouder was over Judea, en Herodes een viervorst over Galilea, en Filippus, zijn broeder, een viervorst over Iturea en over het land Trachonitis, en Lysanias een viervorst over Abilene;
Lukas 3:23En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren [oud] te wezen, zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef, den [zoon] van Heli,
Lukas 4:25Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in Israel in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het gehele land.
Lukas 8:42Want hij had een enige dochter, van omtrent twaalf jaren, en deze lag op haar sterven. En als Hij heenging, zo verdrongen Hem de scharen.
Lukas 8:43En een vrouw, die twaalf jaren lang den vloed des bloeds gehad had, welke al haar leeftocht aan medicijnmeesters ten koste gelegd had; en van niemand had kunnen genezen worden,
Lukas 12:19En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele goederen, die opgelegd zijn voor vele jaren, neem rust, eet, drink, wees vrolijk.
Lukas 13:7En hij zeide tot den wijngaardenier: Zie, ik kome nu drie jaren, zoekende vrucht op dezen vijgeboom, en vind ze niet; houw hem uit; waartoe beslaat hij ook onnuttelijk de aarde?
Lukas 13:8En hij, antwoordende, zeide tot hem: Heere, laat hem ook [nog] dit jaar, totdat ik om hem gegraven en mest gelegd zal hebben;
Lukas 13:11En ziet, er was een vrouw, die een geest der krankheid achttien jaren lang gehad had, en zij was samengebogen, en kon zich ganselijk niet oprichten.
Lukas 13:16En deze, die een dochter Abrahams is, welke de satan, ziet, nu achttien jaren gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van dezen band, op den dag des sabbats?
Lukas 15:29Doch hij, antwoordende, zeide tot den vader: Zie, ik dien u [nu] zo vele jaren, en heb nooit uw gebod overtreden, en gij hebt mij nooit een bokje gegeven, opdat ik met mijn vrienden mocht vrolijk zijn.
Johannes 2:20De Joden zeiden dan: Zes en veertig jaren is [over] dezen tempel gebouwd, en Gij, zult Gij dien in drie dagen oprichten?
Johannes 5:5En aldaar was een zeker mens, die acht en dertig jaren krank gelegen had.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken