Mattheus 1:16 | En Jakob gewon Jozef, den man van Maria, uit welke geboren is JEZUS, gezegd Christus. |
Mattheus 1:18 | De geboorte van Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, Zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest. |
Mattheus 1:19 | Jozef nu, haar man, alzo hij rechtvaardig was, en haar niet wilde openbaarlijk te schande maken, was van wil haar heimelijk te verlaten. |
Mattheus 1:20 | En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef, [gij] zone Davids! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest; |
Mattheus 1:24 | Jozef dan, opgewekt zijnde van den slaap, deed, gelijk de engel des Heeren hem bevolen had, en heeft zijn vrouw tot zich genomen; |
Mattheus 2:13 | Toen zij nu vertrokken waren, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeken en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het Kindeken zoeken, om Hetzelve te doden. |
Mattheus 2:19 | Toen Herodes nu gestorven was, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, in Egypte. |
Mattheus 27:57 | En als het avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathea, met name Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was. |
Mattheus 27:59 | En Jozef, het lichaam nemende, wond hetzelve in een zuiver fijn lijnwaad; |
Markus 15:43 | Kwam Jozef, die van Arimathea [was], een eerlijk raadsheer, die ook zelf het Koninkrijk Gods was verwachtende, en zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. |
Markus 15:45 | En als hij het van den hoofdman over honderd verstaan had, schonk hij Jozef het lichaam. |
Lukas 1:27 | Tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit den huize Davids; en de naam der maagd was Maria. |
Lukas 2:4 | En Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij uit het huis en geslacht van David was); |
Lukas 2:16 | En zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende in de kribbe. |
Lukas 2:33 | En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd. |
Lukas 2:43 | En de dagen [aldaar] voleindigd hadden, toen zij wederkeerden, bleef het Kind Jezus te Jeruzalem, en Jozef en Zijn moeder wisten het niet. |
Lukas 3:23 | En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren [oud] te wezen, zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef, den [zoon] van Heli, |
Lukas 3:24 | Den [zoon] van Matthat, den [zoon] van Levi, den [zoon] van Melchi, den [zoon] van Janna, den [zoon] van Jozef, |
Lukas 3:26 | Den [zoon] van Maath, den [zoon] van Mattathias, den [zoon] van Semei, den [zoon] van Jozef, den [zoon] van Juda, |
Lukas 3:30 | Den [zoon] van Simeon, den [zoon] van Juda, den [zoon] van Jozef, den [zoon] van Jonan, den [zoon] van Eljakim, |