Mattheus 11:11 | Voorwaar zeg Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is meerder dan hij. |
Mattheus 18:1 | Te dierzelfder ure kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende: Wie is toch de meeste in het Koninkrijk der hemelen? |
Mattheus 18:4 | Zo wie dan zichzelven zal vernederen, gelijk dit kindeken, deze is de meeste in het Koninkrijk der hemelen. |
Mattheus 23:11 | Maar de meeste van u zal uw dienaar zijn. |
Mattheus 23:17 | Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, het goud, of de tempel, die het goud heiligt? |
Markus 4:32 | En wanneer het gezaaid is, gaat het op, en wordt het meeste van al de moeskruiden, en maakt grote takken, alzo dat de vogelen des hemels onder zijn schaduw kunnen nestelen. |
Markus 9:34 | Doch zij zwegen; want zij waren onder elkander in woorden geweest op den weg, wie de meeste [zou zijn]. |
Markus 12:31 | En het tweede [aan dit] gelijk, [is] dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter dan deze. |
Lukas 7:28 | Want Ik zeg ulieden: Onder die van vrouwen geboren zijn, is niemand meerder profeet, dan Johannes de Doper; maar de minste in het Koninkrijk Gods is meerder dan hij. |
Lukas 9:46 | En er rees een overlegging onder hen, namelijk, wie van hen de meeste ware. |
Lukas 22:24 | En er werd ook twisting onder hen, wie van hen scheen de meeste te zijn. |
Lukas 22:26 | Doch gij niet alzo; maar de meeste onder u, die zij gelijk de minste, en die voorganger is, als een die dient. |
Lukas 22:27 | Want wie is meerder, die aanzit, of die dient? Is het niet die aanzit? Maar Ik ben in het midden van u, als een die dient. |
Johannes 4:12 | Zijt Gij meerder dan onze vader Jakob, die ons den put gegeven heeft, en hijzelf heeft daaruit gedronken, en zijn kinderen, en zijn vee? |
Johannes 8:53 | Zijt Gij meerder dan onze vader Abraham, welke gestorven is, en de profeten zijn gestorven; wien maakt Gij Uzelven? |
Johannes 10:29 | Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken uit de hand Mijns Vaders. |
Johannes 13:16 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer, noch een gezant meerder, dan die hem gezonden heeft. |
Johannes 14:28 | Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga heen, en kom [weder] tot u. Indien gij Mij liefhadt, zo zoudt gij u verblijden, omdat Ik gezegd heb: Ik ga heen tot den Vader; want Mijn Vader is meerder dan Ik. |
Johannes 15:20 | Gedenk des woords, dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren. |
Romeinen 9:12 | Zo werd tot haar gezegd: De meerdere zal den mindere dienen. |