G3303 μέν
inderdaad, werkelijk, heus, sommigen

Bijbelteksten

1 Thessalonicensen 2:18Daarom hebben wij tot u willen komen (immers ik Paulus) eenmaal en andermaal, maar de satanas heeft ons belet.
2 Timotheus 1:10Doch nu geopenbaard is door de verschijning van onzen Zaligmaker Jezus Christus, Die den dood heeft te niet gedaan, en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie;
2 Timotheus 2:20Doch in een groot huis zijn niet alleen gouden en zilveren vaten, maar ook houten en aarden [vaten]; en sommige ter ere, maar sommige ter onere.
2 Timotheus 4:4En zullen [hun] gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen.
Titus 1:15Alle dingen zijn wel rein den reinen, maar den bevlekten en ongelovigen is geen ding rein, maar beide hun verstand en geweten zijn bevlekt.
Hebreeen 1:7En tot de engelen zegt Hij wel: Die Zijn engelen maakt geesten, en Zijn dienaars een vlam des vuurs.
Hebreeen 3:5En Mozes is wel getrouw geweest in geheel zijn huis, als een dienaar, tot getuiging der dingen, die [daarna] gesproken zouden worden;
Hebreeen 6:16Want de mensen zweren wel bij den meerdere [dan zij zijn], en de eed tot bevestiging is denzelven een einde van alle tegenspreken;
Hebreeen 7:2Aan welken ook Abraham van alles de tienden deelde; die vooreerst overgezet wordt, koning der gerechtigheid, en daarna ook was een koning van Salem, hetwelk is een koning des vredes;
Hebreeen 7:5En die uit de kinderen van Levi het priesterdom ontvangen, hebben wel bevel om tienden te nemen van het volk, naar de wet, dat is, van hun broederen, hoewel die uit de lenden van Abraham voortgekomen zijn.
Hebreeen 7:8En hier nemen wel tienden de mensen, die sterven, maar aldaar [neemt ze] die, van welken getuigd wordt, dat hij leeft.
Hebreeen 7:11Indien dan nu de volkomenheid door het Levietische priesterschap ware (want onder hetzelve heeft het volk de wet ontvangen), wat nood was het nog, dat een ander priester naar de ordening van Melchizedek zou opstaan, en die niet zou gezegd worden te zijn naar de ordening van Aaron?
Hebreeen 7:18Want de vernietiging van het voorgaande gebod geschiedt om deszelfs zwakheids en onprofijtelijkheids wil;
Hebreeen 7:20En voor zoveel het niet zonder eedzwering [is geschied], (want genen zijn wel zonder eedzwering priesters geworden;
Hebreeen 7:23En genen zijn wel vele priesters geworden, omdat zijn door den dood verhinderd werden altijd te blijven;
Hebreeen 8:4Want indien Hij op aarde ware, zo zou Hij zelfs geen priester zijn, dewijl er priesters zijn, die naar de wet gaven offeren;
Hebreeen 9:1Zo had dan wel ook het eerste [verbond] rechten van de [gods]dienst, en het wereldlijk heiligdom.
Hebreeen 9:6Deze dingen nu, aldus toebereid zijnde, zo gingen wel de priesters in den eersten tabernakel, te allen tijde, om de [gods]diensten te volbrengen;
Hebreeen 9:23Zo was het dan noodzaak, dat wel de voorbeeldingen der dingen, die in de hemelen zijn, door deze dingen gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelve door betere offeranden dan deze.
Hebreeen 10:11En een iegelijk priester stond wel alle dagen dienende, en dezelfde slachtofferen dikmaals offerende, die de zonden nimmermeer kunnen wegnemen;

Mede mogelijk dankzij

Hadderech