Mattheus 9:6 | Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde, de zonden te vergeven (toen zeide Hij tot den geraakte): Sta op, neem uw bed op, en ga heen naar uw huis. |
Mattheus 9:7 | En hij opgestaan zijnde, ging heen naar zijn huis. |
Mattheus 10:6 | Maar gaat veel meer heen tot de verloren schapen van het huis Israels. |
Mattheus 11:8 | Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen bekleed? Ziet, die zachte [klederen] dragen, zijn in der koningen huizen. |
Mattheus 12:4 | Hoe hij gegaan is in het huis Gods, en de toonbroden gegeten heeft, die hem niet geoorloofd waren te eten, noch ook hun die met hem [waren], maar den priesteren alleen. |
Mattheus 12:44 | Dan zegt hij: Ik zal wederkeren in mijn huis, van waar ik uitgegaan ben; en komende, vindt hij het ledig, met bezemen gekeerd en versierd. |
Mattheus 15:24 | Maar Hij, antwoordende, zeide: Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren schapen van het huis Israels. |
Mattheus 21:13 | En Hij zeide tot hen: Er is geschreven: Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd worden; maar gij hebt dat tot een moordenaarskuil gemaakt. |
Mattheus 23:38 | Ziet, uw huis wordt u woest gelaten. |
Markus 2:1 | En na [sommige] dagen is Hij wederom binnen Kapernaum gekomen; en het werd gehoord, dat Hij in huis was. |
Markus 2:11 | Ik zeg u: Sta op, en neem uw beddeken op, en ga heen naar uw huis. |
Markus 2:26 | Hoe hij ingegaan is in het huis Gods, ten tijde van Abjathar, den hogepriester, en de toonbroden gegeten heeft, die niemand zijn geoorloofd te eten, dan den priesteren, en ook gegeven heeft dengenen, die met hem waren? |
Markus 3:19 | En Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft. |
Markus 5:19 | Doch Jezus liet hem [dat] niet toe, maar zeide tot hem: Ga heen naar uw huis tot de uwen, en boodschap hun, wat grote dingen u de Heere gedaan heeft, en [hoe] Hij Zich uwer ontfermd heeft. |
Markus 5:38 | En kwam in het huis des oversten der synagoge; en zag de beroerte [en degenen], die zeer weenden en huilden. |
Markus 7:17 | En toen Hij van de schare in huis gekomen was, vraagden Hem Zijn discipelen van de gelijkenis. |
Markus 7:30 | En als zij in haar huis kwam, vond zij, dat de duivel uitgevaren was, en de dochter liggende op het bed. |
Markus 8:3 | En indien Ik hen nuchteren naar hun huis laat gaan, zo zullen zij op den weg bezwijken; want sommigen van hen komen van verre. |
Markus 8:26 | En Hij zond hem naar zijn huis, zeggende: Ga niet in het vlek, en zeg het niemand in het vlek. |
Markus 9:28 | En als Hij in huis gegaan was, vraagden Hem Zijn discipelen alleen: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen? |