Mattheus 1:25 | En bekende haar niet, totdat zij dezen haar eerstgeboren Zoon gebaard had; en heette Zijn naam JEZUS. |
Mattheus 2:18 | Een stem is in Rama gehoord, geklag, geween en veel gekerm; Rachel beweende haar kinderen, en wilde niet vertroost wezen, omdat zij niet zijn! |
Mattheus 3:11 | Ik doop u wel met water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens schoenen ik niet waardig ben [Hem na] te dragen; Die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen. |
Mattheus 4:4 | Doch Hij, antwoordende, zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat. |
Mattheus 4:7 | Jezus zeide tot hem: Er is wederom geschreven: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken. |
Mattheus 5:14 | Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn. |
Mattheus 5:17 | Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om [die] te ontbinden, maar te vervullen. |
Mattheus 5:18 | Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. |
Mattheus 5:20 | Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid overvloediger zij, dan der Schriftgeleerden en der Farizeen, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan. |
Mattheus 5:21 | Gij hebt gehoord, dat [tot] de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, [die] zal strafbaar zijn door het gericht. |
Mattheus 5:26 | Voorwaar, Ik zeg u: Gij zult daar geenszins uitkomen, totdat gij den laatsten penning zult betaald hebben. |
Mattheus 5:27 | Gij hebt gehoord, dat [van] de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen. |
Mattheus 5:33 | Wederom hebt gij gehoord, dat [van] de ouden gezegd is: Gij zult den eed niet breken, maar gij zult den Heere uw eden houden. |
Mattheus 5:36 | Noch bij uw hoofd zult gij zweren, omdat gij niet een haar kunt wit of zwart maken; |
Mattheus 5:37 | Maar laat zijn uw woord ja, ja; neen, neen; wat boven deze is, dat is uit den boze. |
Mattheus 6:1 | Hebt acht, dat gij uw aalmoes niet doet voor de mensen, om van hen gezien te worden; anders zo hebt gij geen loon bij uw Vader, Die in de hemelen is. |
Mattheus 6:5 | En wanneer gij bidt, zo zult gij niet zijn gelijk de geveinsden; want die plegen gaarne, in de synagogen en op de hoeken der straten staande, te bidden, opdat zij van de mensen mogen gezien worden. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben. |
Mattheus 6:20 | Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen; |
Mattheus 6:24 | Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen en den anderen verachten; gij kunt niet God dienen en den Mammon. |
Mattheus 6:26 | Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse Vader voedt [nochtans] dezelve; gaat gij dezelve niet [zeer] veel te boven? |