G3767 οὖν
dus, nu, dan, eens, immers, welnu dan

Bijbelteksten

Mattheus 1:17Al de geslachten dan, van Abraham tot David, [zijn] veertien geslachten; en van David tot de Babylonische overvoering, [zijn] veertien geslachten; en van de Babylonische overvoering tot Christus, [zijn] veertien geslachten.
Mattheus 3:8Brengt dan vruchten voort, der bekering waardig.
Mattheus 3:10En ook is alrede de bijl aan den wortel der bomen gelegd; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.
Mattheus 5:19Zo wie dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen alzo zal geleerd hebben, [die] zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie [dezelve] zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen.
Mattheus 5:23Zo gij dan uw gave zult op het altaar offeren, en aldaar gedachtig wordt, dat uw broeder iets tegen u heeft;
Mattheus 5:48Weest dan gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.
Mattheus 6:2Wanneer gij dan aalmoes doet, zo laat voor u niet trompetten, gelijk de geveinsden in de synagogen en op de straten doen, opdat zij van de mensen geeerd mogen worden. Voorwaar zeg Ik u: Zij hebben hun loon weg.
Mattheus 6:8Wordt dan hun niet gelijk; want uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt.
Mattheus 6:9Gij dan bidt aldus: Onze Vader, Die in de hemelen [zijt]! Uw Naam worde geheiligd.
Mattheus 6:22De kaars des lichaams is het oog; indien dan uw oog eenvoudig is, zo zal uw gehele lichaam verlicht wezen;
Mattheus 6:23Maar indien uw oog boos is, zo zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien dan het licht, dat in u is, duisternis is, hoe groot [zal] de duisternis [zelve zijn]!
Mattheus 6:31Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?
Mattheus 6:34Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen; want de morgen zal voor het zijne zorgen; [elke] dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad.
Mattheus 7:11Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede [gaven] geven dengenen, die ze van Hem bidden!
Mattheus 7:12Alle [dingen] dan, die gij wilt, dat u de mensen zouden doen, doet gij hun ook alzo; want dat is de wet en de profeten.
Mattheus 7:24Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft;
Mattheus 9:38Bidt dan den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote.
Mattheus 10:16Ziet, Ik zend u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven.
Mattheus 10:26Vreest dan hen niet; want er is niets bedekt, hetwelk niet zal ontdekt worden, en verborgen, hetwelk niet zal geweten worden.
Mattheus 10:31Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken