G5129 τούτῳ
toutw

Bijbelteksten

Mattheus 8:9Want ik ben ook een mens onder de macht [van anderen], hebbende onder mij krijgsknechten; en ik zeg tot dezen: Ga! en hij gaat; en tot den anderen: Kom! en hij komt; en tot mijn dienstknecht: Doe dat! en hij doet het.
Mattheus 13:54En gekomen zijnde in Zijn vaderland, leerde Hij hen in hun synagoge, zodat zij zich ontzetten, en zeiden: Van waar [komt] Dezen die wijsheid en die krachten?
Mattheus 13:56En Zijn zusters, zijn zij niet allen bij ons? Van waar [komt] dan Dezen dit alles?
Mattheus 17:20En Jezus zeide tot hen: Om uws ongeloofs wil; want voorwaar zeg Ik u: Zo gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tot deze berg zeggen: Ga heen van hier derwaarts! en hij zal heengaan; en niets zal u onmogelijk zijn.
Mattheus 20:14Neem het uwe en ga heen. Ik wil deze laatsten ook geven, gelijk als u.
Mattheus 21:21Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij geloof hadt, en niet twijfeldet, gij zoudt niet alleenlijk doen, hetgeen den vijgeboom [is geschied]; maar indien gij ook tot deze berg zeidet: Word opgeheven en in de zee geworpen! het zou geschieden.
Markus 6:2En als het sabbat geworden was, begon Hij in de synagoge te leren; en velen, die [Hem] hoorden, ontzetten zich, zeggende: Van waar [komen] Dezen deze dingen, en wat wijsheid is dit, die Hem gegeven is, dat ook zulke krachten door Zijn handen geschieden?
Markus 10:30Of hij ontvangt honderdvoud, nu in dezen tijd, huizen, en broeders, en zusters, en moeders, en kinderen, en akkers, met de vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven.
Markus 11:23Want voorwaar zeg Ik u, dat, zo wie tot dezen berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen; en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven hetgeen hij zegt, geschieden zal, het zal hem geworden, zo wat hij zegt.
Lukas 1:61En zij zeiden tot haar: Er is niemand in uw maagschap, die met dien naam genaamd wordt.
Lukas 4:3En de duivel zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg tot dezen steen, dat hij brood worde.
Lukas 7:8Want ik ben ook een mens, onder de macht [van anderen] gesteld, hebbende krijgsknechten onder mij, en ik zeg tot dezen: Ga, en hij gaat; en tot den anderen: Kom en hij komt; en tot mijn dienstknecht: Doe dat! en hij doet [het].
Lukas 10:5En in wat huis gij zult ingaan, zegt eerst: Vrede [zij] dezen huize!
Lukas 10:20Doch verblijdt u daarin niet, dat de geesten u onderworpen zijn; maar verblijdt u veel meer, dat uw namen geschreven zijn in de hemelen.
Lukas 14:9En hij, komende, die u en hem genood heeft, tot u zegge: Geef dezen plaats; en gij alsdan zoudt beginnen met schaamte de laatste plaats te houden.
Lukas 18:30Die niet zal veelvoudig weder ontvangen in dezen tijd, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven.
Lukas 19:9En Jezus zeide tot hem: Heden is dezen huize zaligheid geschied, nademaal ook deze een zoon van Abraham is.
Lukas 19:19En hij zeide ook tot dezen: En gij, wees over vijf steden.
Lukas 21:23Doch wee den bevruchten en den zogenden [vrouwen] in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land, en toorn over dit volk.
Lukas 23:4En Pilatus zeide tot de overpriesters en de scharen: Ik vind geen schuld in dezen Mens.

Mede mogelijk dankzij