G5210 ὑμεῖς
jullie, u

Bijbelteksten

Johannes 9:30De mens antwoordde, en zeide tot hen: Hierin is immers [wat] wonders, dat gij niet weet, van waar Hij is, en [nochtans] heeft Hij mijn ogen geopend.
Johannes 10:26Maar gijlieden gelooft niet; want gij zijt niet van Mijn schapen, gelijk Ik u gezegd heb.
Johannes 10:36Zegt gijlieden [tot Mij], Dien de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: Gij lastert [God]; omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon?
Johannes 11:49En een uit hen, [namelijk] Kajafas, die deszelven jaars hogepriester was, zeide tot hen: Gij verstaat niets;
Johannes 13:10Jezus zeide tot hem: Die gewassen is, heeft niet van node, dan de voeten te wassen, maar is geheel rein. En gijlieden zijt rein, doch niet allen.
Johannes 13:13Gij heet Mij Meester en Heere; en gij zegt wel, want Ik ben het.
Johannes 13:14Indien dan Ik, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, zo zijt gij ook schuldig, elkanders voeten te wassen.
Johannes 13:15Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doet.
Johannes 13:33Kinderkens, nog een kleinen [tijd] ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken, en gelijk Ik den Joden gezegd heb: Waar Ik heenga, kunt gij niet komen; [alzo] zeg Ik ulieden nu ook.
Johannes 13:34Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt.
Johannes 14:3En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben.
Johannes 14:17[Namelijk] den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn.
Johannes 14:19Nog een kleinen [tijd], en de wereld zal Mij niet meer zien; maar gij zult Mij zien; want Ik leef, en gij zult leven.
Johannes 14:20In dien dag zult gij bekennen, dat Ik in Mijn Vader [ben], en gij in Mij, en Ik in u.
Johannes 15:3Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb.
Johannes 15:4Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in den wijnstok blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft.
Johannes 15:5Ik ben de Wijnstok, [en] gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.
Johannes 15:14Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede.
Johannes 15:16Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, en [dat] uw vrucht blijve; opdat, zo wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u [dat] geve.
Johannes 15:27En gij zult ook getuigen, want gij zijt van den beginne met Mij geweest.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel