Romeinen 1:26 | Daarom heeft God hen overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want ook hun vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het [gebruik] tegen nature; |
Romeinen 2:14 | Want wanneer de heidenen, die de wet niet hebben, van nature de dingen doen, die der wet zijn, dezen, de wet niet hebbende, zijn zichzelven een wet; |
Romeinen 2:27 | En zal de voorhuid, die uit de natuur is, als zij de wet volbrengt, u [niet] oordelen, die door de letter en besnijdenis een overtreder der wet zijt? |
Romeinen 11:21 | Want is het, dat God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, [zie toe], dat Hij ook mogelijk u niet spare. |
Romeinen 11:24 | Want indien gij afgehouwen zijt uit den olijfboom, die van nature wild was, en tegen nature in den goeden olijfboom ingeent; hoeveel te meer zullen deze, die natuurlijke [takken] zijn, in hun eigen olijfboom geent worden? |
1 Corinthiers 11:14 | Of leert u ook de natuur zelve niet, dat zo een man lang haar draagt, het hem een oneer is? |
Galaten 2:15 | Wij zijn van nature Joden, en niet zondaars uit de heidenen; |
Galaten 4:8 | Maar toen, als gij God niet kendet, diendet gij degenen, die van nature geen goden zijn; |
Efeziers 2:3 | Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen; |
Jakobus 3:7 | Want alle natuur, beide der wilde dieren en der vogelen, beide der kruipende en der zeedieren, wordt getemd en is getemd geweest van de menselijke natuur. |
2 Petrus 1:4 | Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid. |