G5479 χαρά

Bijbelteksten

Mattheus 2:10Als zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.
Mattheus 13:20Maar die in steenachtige [plaatsen] bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort, en dat terstond met vreugde ontvangt;
Mattheus 13:44Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, verborg [dien], en van blijdschap over denzelven, gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker.
Mattheus 25:21En zijn heer zeide tot hem: Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht! over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde uws heeren.
Mattheus 25:23Zijn heer zeide tot hem: Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht! over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde uws heeren.
Mattheus 28:8En haastelijk uitgaande van het graf, met vreze en grote blijdschap, liepen zij heen, om [hetzelve] Zijn discipelen te boodschappen.
Markus 4:16En dezen zijn desgelijks, die op de steenachtige [plaatsen] bezaaid worden; welke, als zij het Woord gehoord hebben, terstond hetzelve met vreugde ontvangen;
Lukas 1:14En u zal blijdschap en verheuging zijn, en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden.
Lukas 2:10En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal;
Lukas 8:13En die op de steenrots [bezaaid worden], zijn dezen, die, wanneer zij het gehoord hebben, het Woord met vreugde ontvangen; en dezen hebben geen wortel, die maar voor een tijd geloven, en in den tijd der verzoeking wijken zij af.
Lukas 10:17En de zeventigen zijn wedergekeerd met blijdschap, zeggende: Heere, ook de duivelen zijn ons onderworpen, in Uw Naam.
Lukas 15:7Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over een zondaar, die zich bekeert, [meer] dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben.
Lukas 15:10Alzo, zeg Ik ulieden, is er blijdschap voor de engelen Gods over een zondaar, die zich bekeert.
Lukas 24:41En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden, zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets om te eten?
Lukas 24:52En zij aanbaden Hem, en keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap.
Johannes 3:29Die de bruid heeft, is de bruidegom, maar de vriend des bruidegoms, die staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap om de stem des bruidegoms. Zo is dan deze mijn blijdschap vervuld geworden.
Johannes 15:11Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve, en uw blijdschap vervuld worde.
Johannes 16:20Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien, en klagelijk wenen, maar de wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden.
Johannes 16:21Een vrouw, wanneer zij baart, heeft droefheid, dewijl haar ure gekomen is; maar wanneer zij het kindeken gebaard heeft, zo gedenkt zij de benauwdheid niet meer, om de blijdschap, dat een mens ter wereld geboren is.
Johannes 16:22En gij dan hebt nu wel droefheid; maar Ik zal u wederom zien, en uw hart zal zich verblijden, en niemand zal uw blijdschap van u wegnemen.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech