Filippenzen 3:9 | En in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, [namelijk] de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof; |
Filippenzen 3:12 | Niet dat ik het alrede gekregen heb, of alrede volmaakt ben; maar ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben. |
Filippenzen 3:14 | Maar een ding [doe ik], vergetende, hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus. |
Filippenzen 3:18 | Want velen wandelen [anders]; van dewelken ik u dikmaals gezegd heb, en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn; |
Filippenzen 3:20 | Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, [namelijk] den Heere Jezus Christus; |
Filippenzen 4:7 | En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus. |
Filippenzen 4:13 | Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft. |
Filippenzen 4:19 | Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid, door Christus Jezus. |
Filippenzen 4:21 | Groet alle heiligen in Christus Jezus; U groeten de broeders, die met mij zijn. |
Filippenzen 4:23 | De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. |
Colossenzen 1:1 | Paulus, een apostel van Jezus Christus, door de wil van God, en Timotheus, de broeder, |
Colossenzen 1:2 | Den heiligen en gelovigen broederen in Christus, die te Kolosse zijn: genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. |
Colossenzen 1:3 | Wij danken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, altijd voor u biddende; |
Colossenzen 1:4 | Alzo wij van uw geloof in Christus Jezus gehoord hebben, en van de liefde, die [gij hebt] tot alle heiligen. |
Colossenzen 1:7 | Gelijk gij ook geleerd hebt van Epafras, onzen geliefden mededienstknecht, dewelke een getrouw dienaar van Christus is voor u; |
Colossenzen 1:24 | Die mij nu verblijd in mijn lijden voor u, en vervulle in mijn vlees de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus, voor Zijn lichaam, hetwelk is de Gemeente; |
Colossenzen 1:27 | Aan wie God heeft willen bekend maken, welke zij de rijkdom der heerlijkheid dezer verborgenheid onder de heidenen, welke is Christus onder u, de Hoop der heerlijkheid; |
Colossenzen 1:28 | Denwelken wij verkondigen, vermanende een iegelijk mens, en lerende een iegelijk mens in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus; |
Colossenzen 2:2 | Opdat hun harten vertroost mogen worden, en zij samengevoegd zijn in de liefde, en [dat] tot allen rijkdom der volle verzekerdheid des verstands, tot kennis der verborgenheid van God en den Vader, en van Christus; |
Colossenzen 2:5 | Want hoewel ik met het vlees van [u] ben, nochtans ben ik met den geest bij u, mij verblijdende en ziende uw ordening, en de vastigheid van uw geloof in Christus. |