G5681

Bijbelteksten

Mattheus 1:16En Jakob gewon Jozef, den man van Maria, uit welke geboren is JEZUS, gezegd Christus.
Mattheus 1:18De geboorte van Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, Zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.
Mattheus 2:3De koning Herodes nu, [dit] gehoord hebbende, werd ontroerd, en geheel Jeruzalem, met hem.
Mattheus 2:16Als Herodes zag, dat hij van de wijzen bedrogen was, toen werd hij zeer toornig, en [enigen] afgezonden hebbende, heeft omgebracht al de kinderen, die binnen Bethlehem, en in al deszelfs landpalen [waren], van twee jaren [oud] en daaronder, naar den tijd, dien hij van de wijzen naarstiglijk onderzocht had.
Mattheus 2:17Toen is vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, zeggende:
Mattheus 2:18Een stem is in Rama gehoord, geklag, geween en veel gekerm; Rachel beweende haar kinderen, en wilde niet vertroost wezen, omdat zij niet zijn!
Mattheus 3:16En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen.
Mattheus 4:1Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel.
Mattheus 4:12Als nu Jezus gehoord had, dat Johannes overgeleverd was, is Hij wedergekeerd naar Galilea;
Mattheus 5:21Gij hebt gehoord, dat [tot] de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, [die] zal strafbaar zijn door het gericht.
Mattheus 5:27Gij hebt gehoord, dat [van] de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen.
Mattheus 5:31Er is ook gezegd: Zo wie zijn vrouw verlaten zal, die geve haar een scheidbrief.
Mattheus 5:33Wederom hebt gij gehoord, dat [van] de ouden gezegd is: Gij zult den eed niet breken, maar gij zult den Heere uw eden houden.
Mattheus 5:38Gij hebt gehoord, dat gezegd is: Oog om oog, en tand om tand.
Mattheus 5:43Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben, en uw vijand zult gij haten.
Mattheus 8:3En Jezus, de hand uitstrekkende, heeft hem aangeraakt, zeggende: Ik wil, word gereinigd! En terstond werd [hij van] zijn melaatsheid gereinigd.
Mattheus 8:13En Jezus zeide tot den hoofdman over honderd: Ga heen, en u geschiede, gelijk gij geloofd hebt. En zijn knecht is gezond geworden te diezelver ure.
Mattheus 8:15En Hij raakte haar hand aan, en de koorts verliet haar; en zij stond op, en diende henlieden.
Mattheus 9:22En Jezus, Zich omkerende, en haar ziende, zeide: Wees welgemoed, dochter! uw geloof heeft u behouden. En de vrouw werd gezond van dezelve ure af.)
Mattheus 9:25Als nu de schare uitgedreven was, ging Hij in, en greep haar hand; en het dochtertje stond op.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel