Colossenzen 3:4 | Wanneer [nu] Christus zal geopenbaard zijn, Die ons Leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. |
Colossenzen 4:16 | En wanneer deze zendbrief van u zal gelezen zijn, maakt, dat hij ook in de gemeente der Laodicensen gelezen worde, en dat ook gij dien leest, die uit Laodicea [geschreven is]. |
1 Thessalonicensen 2:16 | En verhinderen ons te spreken tot de heidenen, dat zij zalig mochten worden; opdat zij te allen tijd hun zonden vervullen zouden. En de toorn is over hen gekomen tot het einde. |
2 Thessalonicensen 1:12 | Opdat de Naam van onzen Heere Jezus Christus verheerlijkt worde in u, en gij in Hem, naar de genade van onzen God en den Heere Jezus Christus. |
2 Thessalonicensen 2:3 | Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want [die komt niet], tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; |
2 Thessalonicensen 2:12 | Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid. |
2 Thessalonicensen 3:2 | En opdat wij mogen verlost worden van de ongeschikte en boze mensen; want het geloof is niet aller. |
1 Timotheus 1:20 | Onder welken is Hymeneus en Alexander, die ik den satan overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet [meer] te lasteren. |
2 Timotheus 1:4 | Zeer begerig zijnde om u te zien, als ik gedenk aan uw tranen, opdat ik met blijdschap moge vervuld worden; |
2 Timotheus 4:17 | Maar de Heere heeft mij bijgestaan, en heeft mij bekrachtigd; opdat men door mij ten volle zou verzekerd zijn van de prediking, en alle heidenen [dezelve] zouden horen. En ik ben uit de muil des leeuws verlost. |
Hebreeen 3:13 | Maar vermaant elkander te allen dage, zolang als het heden genaamd wordt, opdat niet iemand uit u verhard worde door de verleiding der zonde. |
Hebreeen 8:12 | Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken. |
Hebreeen 10:13 | Voorts verwachtende, totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten. |
Hebreeen 10:17 | En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken. |
Hebreeen 11:40 | Alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden. |
Hebreeen 12:13 | En maakt rechte paden voor uw voeten, opdat hetgeen kreupel is, niet verdraaid worde, maar [dat] het veelmeer genezen worde. |
Hebreeen 12:15 | Toeziende, dat niet iemand verachtere van de genade Gods; dat niet enige wortel der bitterheid, opwaarts spruitende, beroerte make, en door dezelve velen ontreinigd worden. |
Hebreeen 13:19 | En ik bid [u] te meer, dat gij dit doet, opdat ik te eerder ulieden moge wedergegeven worden. |
Jakobus 5:9 | Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet, de Rechter staat voor de deur. |
Jakobus 5:16 | Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt; een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel. |