H349 אֵיךְ
wat, waar, hoe

Bijbelteksten

2 Samuel 1:27Hoe zijn de helden gevallen, en de krijgswapenen verloren!
2 Samuel 2:22Toen voer Abner wijders voort, zeggende tot Asahel: Wijkt af van achter mij; waarom zal ik u ter aarde slaan? Hoe zou ik dan mijn aangezicht opheffen voor uw broeder Joab?
2 Samuel 6:9En David vreesde den HEERE ten zelven dage; en hij zeide: Hoe zal de ark des HEEREN tot mij komen?
2 Samuel 12:18En het geschiedde op den zevenden dag, dat het kind stierf; en Davids knechten vreesden hem aan te zeggen, dat het kind dood was, want zij zeiden: Ziet, als het kind nog levend was, spraken wij tot hem, maar hij hoorde naar onze stem niet, hoe zullen wij dan tot hem zeggen: Het kind is dood? Want het mocht kwaad doen.
1 Koningen 12:6En de koning Rehabeam hield raad met de oudsten, die gestaan hadden voor het aangezicht van zijn vader Salomo, als hij leefde, zeggende: Hoe raadt gijlieden, dat men dit volk antwoorden zal?
2 Koningen 6:15En de dienaar van den man Gods stond zeer vroeg op, en ging uit; en ziet, een heir omringde de stad met paarden en wagenen. Toen zeide zijn jongen tot hem: Ach, mijn heer, hoe zullen wij doen.
2 Koningen 10:4Doch zij vreesden gans zeer, en zeiden: Ziet, twee koningen bestonden niet voor zijn aangezicht, hoe zouden wij dan bestaan?
2 Koningen 17:28Zo kwam een uit de priesteren, die zij van Samaria weggevoerd hadden, en woonde te Beth-el; en hij leerde hun, hoe zij den HEERE vrezen zouden.
2 Koningen 18:24Hoe zoudt gij dan het aangezicht van een enigen vorst van de geringste knechten mijns heren afkeren? Maar gij vertrouwt op Egypte, om de wagenen en om de ruiteren.
2 Kronieken 10:6En de koning Rehabeam hield raad met de oudsten, die gestaan hadden voor het aangezicht van zijn vader Salomo, als hij leefde, zeggende: Hoe raadt gijlieden, dat men dit volk antwoorden zal?
Esther 8:6Want hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie het kwaad, dat mijn volk treffen zal? En hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie het verderf van mijn geslacht?
Job 21:34Hoe vertroost gij mij dan met ijdelheid, dewijl [in] uw antwoorden overtreding overig is?
Psalm 11:1[Een psalm] van David, voor den opperzangmeester. Ik betrouw op den HEERE; hoe zegt gijlieden tot mijn ziel: Zwerft henen [naar] ulieder gebergte, [als] een vogel?
Psalm 73:11Dat zij zeggen: Hoe zou het God weten, en zou er wetenschap zijn bij den Allerhoogste?
Psalm 73:19Hoe worden zij als in een ogenblik tot verwoesting, nemen een einde, worden te niet van verschrikkingen!
Psalm 137:4[Wij zeiden:] Hoe zouden wij een lied des HEEREN zingen in een vreemd land?
Spreuken 5:12En zegt: Hoe heb ik de tucht gehaat, en mijn hart de bestraffing versmaad!
Prediker 2:16Want er zal in eeuwigheid niet meer gedachtenis van een wijze, dan van een dwaas zijn; aangezien hetgeen nu is, in de toekomende dagen altemaal vergeten wordt; en hoe sterft de wijze met den zot?
Prediker 4:11Ook, indien twee te zamen liggen, zo hebben zij warmte; maar hoe zou een [alleen] warm worden?
Hooglied 1:7Zeg mij aan, [Gij], Dien mijn ziel liefheeft, waar Gij weidt, waar Gij [de kudde] legert in den middag; want waarom zou ik zijn als een, die zich bedekt bij de kudden Uwer metgezellen?

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken