Hooglied 5:3 | Ik heb mijn rok uitgetogen, hoe zal ik hem weder aantrekken? Ik heb mijn voeten gewassen, hoe zal ik ze weder bezoedelen? |
Jesaja 1:21 | Hoe is de getrouwe stad tot een hoer geworden! Zij was vol recht, gerechtigheid herbergde daarin, maar nu doodslagers. |
Jesaja 14:4 | Dan zult gij deze spreuk opnemen tegen den koning van Babel, en zeggen: Hoe houdt de drijver op? [Hoe] houdt de goudene op? |
Jesaja 14:12 | Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o morgenster, gij zoon des dageraads! [hoe] zijt gij ter aarde nedergehouwen, gij, die de heidenen krenktet! |
Jesaja 19:11 | Gewisselijk, de vorsten van Zoan zijn dwazen, de raad der wijzen, der raadgevers van Farao, is onvernuftig geworden; hoe kunt gijlieden [dan] zeggen tot Farao; Ik ben een zoon der wijzen, een zoon der oude koningen? |
Jesaja 20:6 | En de inwoners van dit eiland zullen te dien dage zeggen: Ziet, alzo is het [gegaan] dien, op welken wij zagen, werwaarts wij henenvloden om hulp, om gered te worden van het aangezicht des konings van Assyrie; hoe zullen wij dan ontkomen? |
Jesaja 36:9 | Hoe zoudt gij dan het aangezicht van een enigen vorst, van de geringste knechten mijns heren, afkeren? Maar gij vertrouwt op Egypte, om de wagenen en om de ruiteren. |
Jesaja 48:11 | Om Mijnentwil, om Mijnentwil zal Ik het doen, want hoe zou Hij ontheiligd worden? en Ik zal Mijn eer aan geen ander geven. |
Jeremia 2:21 | Ik had u toch geplant, een edelen wijnstok, een geheel getrouw zaad; hoe zijt gij Mij dan veranderd [in] verbasterde ranken van een vreemden wijnstok? |
Jeremia 2:23 | Hoe zegt gij: Ik ben niet verontreinigd, ik heb de Baals niet nagewandeld? Zie uw weg in het dal, ken, wat gij gedaan hebt, gij lichte, snelle kemelin, die haar wegen verdraait! |
Jeremia 3:19 | Ik zeide wel: Hoe zal Ik u onder de kinderen zetten, en u geven het gewenste land, de sierlijke erfenis van de heirscharen der heidenen? Maar Ik zeide: Gij zult tot Mij roepen: Mijn Vader! en gij zult van achter Mij niet afkeren. |
Jeremia 8:8 | Hoe zegt gij dan: Wij zijn wijs en de wet des HEEREN is bij ons! Ziet, waarlijk tevergeefs werkt de valse pen der schriftgeleerden. |
Jeremia 9:7 | Daarom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Ziet, Ik zal hen smelten en zal hen beproeven; want hoe zou Ik [anders] doen ten aanzien der dochter Mijns volks? |
Jeremia 9:19 | Want er is een stem van weeklage gehoord uit Sion: Hoe zijn wij verstoord! wij zijn zeer beschaamd, omdat wij het land hebben verlaten, omdat zij onze woningen hebben omgeworpen. |
Jeremia 12:5 | Als gij loopt met de voetgangers, zo maken zij u moede; hoe zult gij u dan mengen met de paarden? Zo gij [alleenlijk] vertrouwt in een land van vrede, hoe zult gij het dan maken in de verheffing van de Jordaan? |
Jeremia 36:17 | En zij vraagden Baruch, zeggende: Verklaar ons toch, hoe hebt gij al deze woorden uit zijn mond geschreven? |
Jeremia 47:7 | Hoe zoudt gij stil houden? De HEERE heeft toch aan het [zwaard] bevel gegeven; tegen Askelon en tegen de zeehaven, aldaar heeft Hij het besteld. |
Jeremia 48:14 | Hoe zult gij zeggen: Wij zijn helden en dappere mannen ten strijde? |
Jeremia 48:17 | Beklaagt hem, gij allen, die rondom hem zijt, en allen, die zijn naam kent; zegt: Hoe is de sterke staf, de sierlijke stok verbroken? |
Jeremia 48:39 | Hoe is hij verslagen! zij huilen; hoe heeft Moab den nek [met] schaamte gewend! Alzo zal Moab allen, die rondom hem zijn, tot belaching en tot een ontzetting worden. |