Jeremia 49:25 | Hoe is de beroemde stad niet gelaten, de stad Mijner vrolijkheid! |
Jeremia 50:23 | Hoe is de hamer der ganse aarde [zo] afgehouwen en verbroken! Hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de heidenen. |
Jeremia 51:41 | Hoe is Sesach [zo] veroverd, en de roem der ganse aarde ingenomen! Hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de heidenen! |
Klaagliederen 1:1 | [Aleph.] Hoe zit die stad [zo] eenzaam, die vol volks was, zij is als een weduwe geworden, zij, die groot was onder de heidenen, een vorstin onder de landschappen, is cijnsbaar geworden. |
Klaagliederen 2:1 | [Aleph.] Hoe heeft de Heere de dochter Sions in Zijn toorn bewolkt? Hij heeft de heerlijkheid van Israel van den hemel [op] de aarde nedergeworpen; en Hij heeft aan de voetbank Zijner voeten niet gedacht in den dag Zijns toorns. |
Klaagliederen 4:1 | [Aleph.] Hoe is het goud [zo] verdonkerd, het goede fijne goud [zo] veranderd! [Hoe] zijn de stenen des heiligdoms vooraan op alle straten verworpen! |
Klaagliederen 4:2 | [Beth.] De kostelijke kinderen Sions, tegen fijn goud geschat, hoe zijn zij [nu] gelijk gerekend aan de aarden flessen, het werk van de handen eens pottenbakkers! |
Ezechiel 26:17 | En zij zullen een klaaglied over u opheffen, en tot u zeggen: Hoe zijt gij uit de zeeen vergaan, gij welbewoonde, gij beroemde stad, die sterk geweest is ter zee, zij en haar inwoners; die hunlieder schrik gaven aan allen, die in haar woonden! |
Ezechiel 33:10 | Daarom, gij mensenkind! zeg tot het huis Israels: Gijlieden spreekt aldus, zeggende: Dewijl onze overtredingen en onze zonden op ons zijn, en wij in dezelve versmachten, hoe zouden wij dan leven? |
Hosea 11:8 | Hoe zou Ik u overgeven, o Efraim? u overleveren, o Israel? Hoe zou Ik u maken als Adama, u stellen als Zeboim? Mijn hart is in Mij omgekeerd, al Mijn berouw is te zamen ontstoken. |
Obadja 1:5 | Zo er dieven, zo er nachtrovers tot u gekomen waren (hoe zijt gij uitgeroeid!), zouden zij niet gestolen hebben zoveel hun genoeg ware? Zo er wijnlezers tot u gekomen waren, zouden zij niet een nalezing hebben overgelaten? |
Obadja 1:6 | Hoe zijn Ezau's [goederen] nagespeurd, zijn verborgen [schatten] opgezocht! |
Micha 2:4 | Te dien dage zal men een spreekwoord over ulieden opnemen; en men zal een klagelijke klacht klagen, [en] zeggen: Wij zijn ten enenmale verwoest; Hij verwisselt mijns volks deel; hoe ontwendt Hij mij; Hij deelt uit, afwendende onze akkers. |
Sefanja 2:15 | Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen. |