H1952 הוֹן
genoeg, goed, rijkdom, goederen, have, bezit, vermogen, (geen) waardij

Bijbelteksten

Psalm 44:13Gij verkoopt Uw volk om geen waardij; en Gij verhoogt hun prijs niet.
Psalm 112:3[He.] In zijn huis zal have en rijkdom wezen; [Vau.] en zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid.
Psalm 119:14Ik ben vrolijker in den weg Uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom.
Spreuken 1:13Alle kostelijk goed zullen wij vinden, onze huizen zullen wij met roof vullen.
Spreuken 3:9Vereer den HEERE van uw goed, en van de eerstelingen al uwer inkomsten;
Spreuken 6:31En gevonden zijnde, vergeldt hij het zevenvoudig; hij geeft al het goed van zijn huis.
Spreuken 8:18Rijkdom en eer is bij Mij, duurachtig goed en gerechtigheid.
Spreuken 10:15Des rijken goed is een stad zijner sterkte; de armoede der geringen is hun verstoring.
Spreuken 11:4Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid; maar de gerechtigheid redt van den dood.
Spreuken 12:27Een bedrieger zal zijn jachtvang niet braden; maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen.
Spreuken 13:7Er is een, die zichzelven rijk maakt, en niet met al [heeft], en een, die zichzelven arm maakt, en [heeft] veel goed.
Spreuken 13:11Goed, van ijdelheid [gekomen], zal verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen.
Spreuken 18:11Des rijken goed is de stad zijner sterkte, en als een verheven muur in zijn inbeelding.
Spreuken 19:4Het goed brengt veel vrienden toe; maar de arme wordt van zijn vriend gescheiden.
Spreuken 19:14Huis en goed is een erve van de vaderen; maar een verstandige vrouw is van den HEERE.
Spreuken 24:4En door wetenschap worden de binnenkameren vervuld met alle kostelijk en liefelijk goed.
Spreuken 28:8Die zijn goed vermeerdert met woeker en met overwinst, vergadert dat voor dengene, die zich des armen ontfermt.
Spreuken 28:22Die zich haast naar goed, is een man van een boos oog; maar hij weet niet, dat het gebrek hem overkomen zal.
Spreuken 29:3Een man, die de wijsheid bemint, verblijdt zijn vader; maar die een metgezel der hoeren is, brengt het goed door.
Spreuken 30:15De bloedzuiger heeft twee dochters: Geef, geef! Deze drie dingen worden niet verzadigd; [ja,] vier zeggen niet: Het is genoeg!

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs