H4784 מָרָה
rebellious, disobedient, provoke, rebel, against,
Psalm 5:11 | Verklaar hen schuldig, o God; laat hen vervallen van hun raadslagen; drijf hen henen om de veelheid hunner overtredingen, want zij zijn wederspannig tegen U. |
Psalm 78:8 | En dat zij niet zouden worden gelijk hun vaders, een wederhorig en wederspannig geslacht; een geslacht, [dat] zijn hart niet richtte, en welks geest niet getrouw was met God. |
Psalm 78:17 | Nog voeren zij wijders voort tegen Hem te zondigen, verbitterende den Allerhoogste in de dorre wildernis. |
Psalm 78:40 | Hoe dikwijls verbitterden zij Hem in de woestijn, deden Hem smart aan in de wildernis! |
Psalm 78:56 | Maar zij verzochten en verbitterden God, den Allerhoogste, en onderhielden Zijn getuigenissen niet. |
Psalm 105:28 | Hij zond duisternis, en maakte het duister; en zij waren Zijn woord niet wederspannig. |
Psalm 106:7 | Onze vaders in Egypte hebben niet gelet op Uw wonderen; zij zijn der menigte Uwer goedertierenheden niet gedachtig geweest; maar zij waren wederspannig aan de zee, bij de Schelfzee. |
Psalm 106:33 | Want zij verbitterden zijn geest, zodat hij [wat] onbedachtelijk voortbracht met zijn lippen. |
Psalm 106:43 | Hij heeft hen menigmaal gered; maar zij verbitterden [Hem] door hun raad, en werden uitgeteerd door hun ongerechtigheid. |
Psalm 107:11 | Omdat zij wederspannig waren geweest tegen Gods geboden, en den raad des Allerhoogsten onwaardiglijk verworpen hadden. |
Jesaja 1:20 | Maar indien gij weigert, en wederspannig zijt, zo zult gij van het zwaard gegeten worden; want de mond des HEEREN heeft [het] gesproken. |
Jesaja 3:8 | Want Jeruzalem heeft aangestoten, en Juda is gevallen, dewijl hun tong en handelingen tegen den HEERE zijn, om de ogen Zijner heerlijkheid te verbitteren. |
Jesaja 50:5 | De Heere HEERE heeft Mij het oor geopend, en Ik ben niet wederspannig, Ik wijk niet achterwaarts. |
Jesaja 63:10 | Maar zij zijn wederspannig geworden, en zij hebben Zijn Heiligen Geest smarten aangedaan; daarom is Hij hun in een vijand verkeerd, Hij Zelf heeft tegen hen gestreden. |
Jeremia 4:17 | Als de wachters der velden zijn zij rondom tegen haar; omdat zij tegen Mij wederspannig geweest is, spreekt de HEERE. |
Jeremia 5:23 | Maar dit volk heeft een afvallig en wederspannig hart; zij zijn afgevallen en heengegaan; |
Klaagliederen 1:18 | [Tsade.] De HEERE is rechtvaardig, want ik ben Zijn mond wederspannig geweest; hoort toch, alle gij volken, en ziet mijn smart; mijn jonkvrouwen en mijn jongelingen zijn in de gevangenis gegaan. |
Klaagliederen 1:20 | [Resch.] Aanzie, HEERE, want mij is bange; mijn ingewand is beroerd, mijn hart heeft zich omgekeerd in het binnenste van mij, want ik ben zeer wederspannig geweest; van buiten heeft [mij] het zwaard van kinderen beroofd, van binnen is als de dood. |
Klaagliederen 3:42 | [Nun.] Wij hebben overtreden, en wij zijn wederspannig geweest, [daarom] hebt Gij niet gespaard. |
Ezechiel 5:6 | Doch zij heeft Mijn rechten veranderd in goddeloosheid meer dan de heidenen, en Mijn inzettingen meer dan de landen, die rondom haar zijn; want zij hebben Mijn rechten verworpen, en in Mijn inzettingen hebben zij niet gewandeld. |