H4820 מִרְמָה
deceit, false, guile, deceitfully, deceitful

Bijbelteksten

Genesis 27:35En hij zeide: Uw broeder is gekomen met bedrog, en heeft uw zegen weggenomen.
Genesis 34:13Toen antwoordden Jakobs zonen aan Sichem en Hemor, zijn vader, bedriegelijk, en spraken (overmits dat hij Dina, hun zuster, verontreinigd had);
2 Koningen 9:23Toen keerde Joram zijn hand, en vlood, en zeide tot Ahazia: Het is bedrog, Ahazia!
Job 15:35Zijn ontvangen moeite, en baren ijdelheid, en hun buik richt bedrog aan.
Job 31:5Zo ik met ijdelheid omgegaan heb, en mijn voet gesneld heeft tot bedriegerij;
Psalm 5:7Gij zult de leugensprekers verdoen; van den man des bloeds en des bedrogs heeft de HEERE een gruwel.
Psalm 10:7Zijn mond is vol van vloek, en bedriegerijen, en list; onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid.
Psalm 17:1Een gebed van David. HEERE! hoor de gerechtigheid, merk op mijn geschrei, neem ter ore mijn gebed, met onbedriegelijke lippen [gesproken].
Psalm 24:4Die rein van handen, en zuiver van hart is, die zijn ziel niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk zweert;
Psalm 34:14[Nun.] Bewaar uw tong van het kwaad, en uw lippen van bedrog te spreken.
Psalm 35:20Want zij spreken niet van vrede, maar zij bedenken bedriegelijke zaken tegen de stillen in het land.
Psalm 36:4De woorden zijns monds zijn onrecht en bedrog; hij laat na te verstaan tot weldoen.
Psalm 38:13En die mijn ziel zoeken, leggen [mij] strikken; en die mijn kwaad zoeken, spreken verdervingen, en zij overdenken den gansen dag listen.
Psalm 43:1Doe mij recht, o God! en twist Gij mijn twistzaak; bevrijd mij van het ongoedertieren volk, van den man des bedrogs en des onrechts.
Psalm 50:19Uw mond slaat gij in het kwade, en uw tong koppelt bedrog.
Psalm 52:6Gij hebt lief alle woorden van verslinding, [en] een tong des bedrogs.
Psalm 55:12Enkel verderving is binnen in haar; en list en bedrog wijkt niet van haar straat.
Psalm 55:24Maar Gij, o God! zult die doen nederdalen in den put des verderfs; de mannen des bloeds en bedrogs zullen hun dagen niet ter helft brengen; ik, daarentegen, zal op U vertrouwen.
Psalm 109:2Want de mond des goddelozen en de mond des bedrogs zijn tegen mij opengedaan; zij hebben met mij gesproken met een valse tong.
Spreuken 11:1Een bedriegelijke weegschaal is den HEERE een gruwel; maar een volkomen weegsteen is Zijn welgevallen.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech