Genesis 5:4 | En Adams dagen, nadat hij Seth gewonnen had, zijn geweest achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:7 | En Seth leefde, nadat hij Enos gewonnen had, achthonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:10 | En Enos leefde, nadat hij Kenan gewonnen had, achthonderd en vijftien jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:13 | En Kenan leefde, nadat hij Mahalal-el gewonnen had, achthonderd en veertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:16 | En Mahalal-el leefde, nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:17 | Zo waren al de dagen van Mahalal-el achthonderd vijf en negentig jaren; en hij stierf. |
Genesis 5:19 | En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 14:14 | Als Abram hoorde, dat zijn broeder gevangen was, zo wapende hij zijn onderwezenen, de ingeborenen van zijn huis, driehonderd en achttien, en hij jaagde hen na tot Dan toe. |
Genesis 17:12 | Een zoontje dan van acht dagen zal u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: de ingeborene van het huis, en de gekochte met geld van allen vreemde, welke niet is van uw zaad; |
Genesis 21:4 | En Abraham besneed zijn zoon Izak, zijnde acht dagen oud, gelijk als hem God geboden had. |
Genesis 22:23 | (En Bethuel gewon Rebekka) deze acht baarde Milka aan Nahor, den broeder van Abraham. |
Exodus 26:2 | De lengte van een gordijn zal van acht en twintig ellen zijn, en de breedte ener gordijn van vier ellen; al deze gordijnen zullen een maat hebben. |
Exodus 26:25 | Alzo zullen de acht berderen zijn met hun zilveren voeten, zijnde zestien voeten; twee voeten onder een berd, wederom twee voeten onder een berd. |
Exodus 36:9 | De lengte ener gordijn was van acht en twintig ellen, en de breedte ener gordijn van vier ellen; al deze gordijnen hadden een maat. |
Exodus 36:30 | Alzo waren er acht berderen met hun zilveren voeten, zijnde zestien voeten: twee voeten onder elk berd. |
Numeri 2:24 | Al de getelden in het leger van Efraim waren honderd acht duizend en eenhonderd, naar hun heiren. En zij zullen de derde optrekken. |
Numeri 3:28 | In getal van al wat mannelijk was, van een maand oud en daarboven, waren acht duizend en zeshonderd, waarnemende de wacht des heiligdoms. |
Numeri 4:48 | Hun getelden waren acht duizend vijfhonderd en tachtig. |
Numeri 7:8 | En vier wagens en acht runderen gaf hij den zonen van Merari, naar hun dienst; onder de hand van Ithamar, den zoon van Aaron, den priester. |
Numeri 29:29 | Daarna op den zesden dag: acht varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren; |