Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Abaddon, m van Hebreeuwse oorsprong אֲבַדּוֹן H00011.
Abaddon = "verderf"
de naam van de engel-vorst van de afgrond, de dienaar van de dood en de oorzaak van de verwoestingen op de aarde (Opb. 9:11)
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
Ἀβαδδών (Heb. אֲבַדֹּון H11, destruction; LXX, ἀπώλεια, only in Wisdom Lit., of the place of the ruined dead: Jb 26:6, 28:22, 31:12, Ps 88:12, Pr 15:11*), indecl.; in NT, Abaddon, the angel of the Abyss: Re 9:11.†